Gereformeerd Bakel en Milheeze

Hoe de dit deel van de Peel Protestants werd

Gereformeerd Bakel en Milheeze

Na de vrede van Munster werd ook in Bakel het protestantse geloof opgelegd. De eeuwenoude parochiekerk werd genaast voor de paar gereformeerden die van boven de grote rivieren hier geïnplanteerd werden. Ook werd het aan katholieke priesters verboden in het openbaar de mis op te dragen. Zelfs de schoolmeester werd vervangen. Er zat voor de Bakelnaren, uiteraard trouw aan het oude moedergeloof, niets anders op dan te gaan kerken in de onherbergzame Peel. Daar, op de Grootenberg, had de Deurnese pastoor Gerard Jacobs een kerkje gebouwd, op het grondgebied van Venray, dat toen nog onder Spaans gezag stond en dus katholiek was gebleven. In Bakel had voortaan de gereformeerde bevolkingsgroep de overhand. In zeggenschap, niet in aantal. In de kerk galmde het als nooit tevoren. Slechts een paar personen aanhoorde het Bijbelgedeelte dat de dominee in zijn preek ter sprake bracht. Het volume bij het zingen der psalmen was wel érg magertjes en werd bovendien vaak overtroffen door de Bakelse jongelingen die met geschreeuw en lawaai de dienst probeerden te verstoren.
Anti-paapse maatregelen versoepeld
In veel Brabantse dorpen wisten de priesters in het verborgene hun geestelijke bedieningen zo goed en kwaad als ’t ging uit te oefenen, maar gevangenschap en zware geldboeten bedreigden hen voortdurend en niet zelden werd een pastoor of kapelaan naar de gevangenis in Den Bosch of zelfs Den Haag afgevoerd.
En toen kwamen in 1672 de Fransen. De Republiek werd van alle kanten, ook door de Engelsen en vanuit de Duitse landen aangevallen en men sprak van het Rampjaar. Voor de katholieken was het niet zo rampzalig. Want nadat de oorlogsstorm tot bedaren was gekomen, werden de anti-paapse maatregelen enigszins verzacht. Zo werd bijvoorbeeld oogluikend toegestaan, dat in een achterafhoek van het dorp de kerkelijke diensten in een schuur werden verricht. En het was officieel toegestaan dat één geestelijke als pastoor de kerk bediende. Wel was hem verboden een andere priester als assistent bij zich te nemen. Zelfs als de pastoor zich voor enkele dagen uit de parochie wilde verwijderen, mocht hij zich niet door een ander te laten vervangen.

Naastend kerkgenootschap
Midden in de Franse Tijd, de revolutionaire leuze “Vrijheid, Gelijkheid, Broederschap” was al tamelijk flets geworden, stuurden de vertegenwoordigers van het rooms-katholieke kerkgenootschap in Bakel een brief aan het Vertegenwoordigend Lichaam van het Bataafse Volk. Al een paar jaar eerder was gevraagd om teruggave van de oude parochiekerk…
‘Maar tot een finale beslissing door Ulieden is het nog niet gekomen. Terwijl het nagenoeg niet noemenswaardig getal der gereformeerden in Bakel de rooms-katholieke gemeenschap voldoende recht geeft het naastend kerkgenootschap te zijn.’

Die finale beslissing laat toch nog ruim tien jaar op zich wachten.
6 september 1818, een vreugdevolle dag
Pas op 6 september 1818 is daar dan eindelijk de vreugdevolle dag voor de rooms-katholieke inwoners van Bakel, die de oude tempel en het plekje grond, door de voetstappen en prediking van de H. Willibrordus geheiligd, weer kunnen betreden. De tijd dat een paar ‛geplante’ protestanten hier letterlijk de dienst uitmaakten, is voorbij. Het overgrote deel van de dorpelingen kan het geloof eindelijk weer vrij belijden op de aloude plaats die hen ooit daartoe werd aangewezen.