Opheffing van het gilde van de vleeshouwers

Gildendemocratie

In de vijftiende eeuw zorgde het vleeshouwersgilde voor veel onrust. De slagers waren betrokken bij de moord op burgemeester Beernt Proeys in 1425 omdat deze een andere bisschopskandidaat steunde dan het gilde. Na de moord werden veel gildeleden verbannen. In 1432 probeerden de ballingen opnieuw de macht te grijpen. Het stadsbestuur besloot daarom het vleeshuis op de hoek van het Oudkerkhof en de Ganzenmarkt af te breken. In 1433 werden twee nieuwe vleeshuizen gebouwd, een aan de Voorstraat bij de Neude en een in de Lange Nieuwstraat. Op deze manier werd de groep vleeshouwers over twee locaties in de stad verdeeld. De nieuwe vleeshuizen lagen op een veilige afstand van de vergaderplaats van het stadsbestuur.

In 1433 volgde nog een ingrijpende maatregel. Op 7 januari van dat jaar werd het vleeshouwersgilde ontbonden. De vleeshouwers werden verdeeld over de andere gilden in de stad.