Emancipatie

Emancipatie

1 juli is een van de belangrijkste feestdagen in Suriname, het feest van de 'Dag der Vrijheden', ook wel 'Keti Koti', ofwel verbreek de ketenen, genoemd. De reden hiervoor is dat we op deze dag de afschaffing van de slavernij vieren, die in 1863 werd geproclameerd. Tot 1873 moesten de slaven nog verplicht op de plantages blijven werken onder het Staatstoezicht, terwijl er in de tussentijd contractarbeiders vanuit Brits-Indië (nu India) en Nederlands-Indië (nu Indonesië) werden aangevoerd. De vrees was, overigens in de meeste gevallen terecht, dat de ex-slaven niet op de plantages zouden willen blijven werken.

In de aanloop naar de afschaffing van de slavernij toe kregen de broeders van de Eveangelische Broeder Gemeente (EBG) de gelegenheid om de slaven te onderwijzen in het Christelijke gloof. Ze leerden lezen (vooral bijbelteksten) en schrijven in het Sranan. Deze lessen waren vooral bedoeld om Christelijke waarden over te dragen, zodat de bevolking rustig zou blijven.

Op 1 juli 1863 luidde de tekst van het plakkaat: 'Wi Konoe pliesie voe potti da dei, di da katibofassi di oen de, sa kaba voe alla ten na Sranan Kondre.' Wel vreemd om te lezen dat het 'de koning pleziert'. Met geen woord wordt er gerept over de strijd tegen de slavernij die werd gevoerd, het bloed, zweet en de tranen van de slaven. De planters kregen een vergoeding van 300 gulden voor elke slaaf die werd geëmancipeerd. De tot slaaf gemaakten echter, werden met niets voor hun arbeid bedankt.