Johan Thorbecke

Thorbecke kwam uit een half Duitse familie. Zijn vader was werkloos waardoor hij leefde in een arme familie. Het geld moest komen van familieleden uit Duitsland. Thorbeckes vader bleef zijn zoon stimuleren om te gaan studeren. Thorbecke ging studeren aan het Atheneum illustre in Amsterdam. Daarna studeerde hij letteren aan de Universiteit Leiden. Vervolgens vertrok hij naar Duitsland. Hier ging hij als docent op de universiteit werken. Omdat het te weinig verdiende vertrok hij terug naar Nederland. In 1825 werd hij hoogleraar aan de universiteit Gent. Hier hield hij zich vooral bezig met geschiedenis, politiek en statistiek. Hij bestudeerde de industrialisatie. Naar aanleiding hiervan Thorbecke boeken te schrijven over dit onderwerp. Vervolgens brak de revolutie uit. Thorbecke moest Gent verlaten en vertrok naar leiden. Hier gaf hij colleges in de Grondwet. Ook hierover schreef hij een boek. Het boek ging over de verandering va de Nederlandse grondwet en werd erg veel verkocht. Een jaar later schreef hij een vervolg. In 1840 werd hij lid van de Dubbele kamer. Tussen 1844 en 1845 was hij lid van de Tweede kamer. Hierin maakte hij deel uit van de negenmannen, een groep die de grondwet wilden veranderen. Het voorstel ging niet door. Maar werd wel populair. In 1848 werd de grondwet wel veranderd. De nieuwe grondwet zorgde ervoor dat de koning minder en de ‘’burgers’’ meer macht zouden krijgen. De mensen mochten een regering kiezen die de meeste macht zou krijgen. De koning mocht zich hier niet mee bemoeien. Thorbecke was hiermee de stichter van de Nederlandse parlementaire monarchie. Hiervoor was Nederland een absolute monarchie. Door de nieuwe grondwet kwamen er verkiezingen en de ministeriele verantwoordelijkheid werd ingevoerd. Dit was het begin van de huidige Nederlandse staat.