Eerste feministische golf

Voor de eerste feministische golf was de situatie voor de vrouwen bijzonder slecht. Vrouwen mochten niet naar school, hadden geen rechten en al helemaal geen kiesrecht. Aan het eind van de 19e eeuw was er veel verandering. De industrialisatie vond plaats en er was meer vraag naar opgeleide mensen. Daardoor veranderde het op het gebied van onderwijs. In 1863 werd het nu namelijk toegankelijk om middelbaar onderwijs te volgen voor vrouwen. Vervolgens gingen vrouwen zich meer inzetten voor gelijke rechten.

De eerste feministische golf begon in de verenigde staten en verspreide zich vervolgens over de wereld. De belangrijkste redenen voor vrouwen om te strijden waren:
• Het recht op onderwijs
• Vrouwenkiesrecht
• Gelijke rechten op de arbeidsmarkt

Een van de eerste feminist in Nederland was Betsy Perk zij richtte een arbeidsbemiddelingsbureau (Arbeid Adelt) op voor ongehuwde vrouwen. Ook Aletta Jacobs speelde een belangrijke rol voor het vrouwenkiesrecht en voor beter onderwijs voor meisjes en vrouwen. Wilhelmina Drucker richtte in 1893 de vereniging voor vrouwenkiesrecht op. Mina Kruseman zette zich in voor onderwijs, recht op een baan en gedwongen huwelijken.

Uiteindelijk had de eerste feministische golf wel resultaat. De eerste vrouw werd toegelaten op een universiteit en de eerste vrouw werd in 1918 verwelkomd in de 2e kamer. Ook kregen vrouwen in 1917 passief kiesrecht en in 1919 algemeen kiesrecht. Door de crisis van de jaren 30 werden de vrouwen weer onder druk gezet. Het feminisme verdween bijna helemaal. Pas in de jaren 60 van de 20e eeuw kwam het feminisme weer terug.