Allerlei kleuren rook

Actie voor een schoner milieu

Tot de jaren zestig werd milieuvervuiling, zoals stank en vies water, als iets normaals gezien. Dat hoorde er nu eenmaal bij. Het ging er toch om dat iedereen een baan had? Dat was de prijs die je betaalde voor de vooruitgang. Het was de tijd van aanpakken, net na de Tweede Wereldoorlog. Nederland moest opnieuw worden opgebouwd en daar moest je wel wat voor over hebben.

Uniek natuurgebied opgeofferd
Dat veranderde in de jaren zestig. Jongeren werden kritischer en protesteerden als ze het ergens niet mee eens waren, ook in Maassluis. Maar hoe erg was het dan? ‘Wat ik zag maakte op mij een onvoorstelbare indruk’, herinnert Cees Willemse zich, toen hij in 1962 in Maassluis kwam. ‘Zover ik landinwaarts en richting Rozenburg kon kijken zag ik ontelbare schoorstenen allerlei kleuren rook uitbraken. Zwart, wit, geel, rood, het luchtruim boven de rivier was bedekt met rook uit de pijpen van de industrie aan de overkant.’
Het unieke natuurgebied De Beer, bij Rozenburg, moest volledig wijken voor industriegebied Europoort. Volgens Natuurmonumenten gaat het nog altijd om het grootste milieuschandaal uit de twintigste eeuw.

Ontploffingen en steekvlammen
In de nacht van 15 op 16 juni 1965 ontplofte het tankschip Rona Star in een dok aan de overkant van Maassluis. Heel Maassluis schrok wakker, er vielen aan boord zestien doden. Twee jaar later, in 1967, ontploften in Rozenburg twee hogedruk stoomketels van chemisch bedrijf Konam, waar azijnzuur werd gemaakt. Een ooggetuige: ‘We zagen de steekvlam en een rookpluim. Pas enkele seconden later bereikte de schokgolf ons appartement en schrokken we van de klap die tegen de ruiten sloeg. Er waren in Maassluis flink wat ramen gesprongen.’ Zulke ongelukken zorgden ervoor dat de bevolking steeds kritischer naar de industrie ging kijken, zeker ook omdat de stank jaar na jaar erger werd.

In 1968 werd in Maassluis de SJ opgericht, de Socialistische Jeugd, die zich onder meer richtte op milieuvervuiling. Er volgden verscheidene acties in Maassluis. In Vlaardingen was een groep kunstenaars en actievoerders actief, onder de naam VL65, die de SJ inspireerde. Een van de voornaamste actievoerders daar was Remi Poppe, later Tweede Kamerlid voor de SP (Socialistische Partij). De SJ maakte zich vooral zorgen om de rookgassen die ongefilterd de buitenlucht ingingen en afvalwater dat via het riool of direct in open water werd geloosd. Veel mensen kregen ademhalingsproblemen zoals bronchitis of astmatische klachten.

Verdubbeling aantal meldingen in 1970
‘Meldkamer kan het niet meer bijbenen,’ meldden de kranten dan ook in 1970 over de voorloper van de DCMR, Milieudienst Rijnmond. De klachten waren vergeleken met 1969 verdubbeld, de klagers werden ook steeds bozer. Zo knapte er eind 1970 een leiding ‘aan de overkant’ en er ontsnapte een wolk chloorcresol. De Meldkamer werd overstelpt met klachten uit Maassluis en Rozenburg over een enorme stank (een ‘chloorachtige ziekenhuislucht’) die gepaard ging met braakneigingen en hoofdpijn. De Meldkamer Rijnmond verdubbelde in 1971 het aantal klachtenlijnen van drie naar zes.

De SJ was niet de enige club die zich inzette voor het milieu. In 1970 werd het Centraal Aksiekomitee Rijnmond (CAR) opgericht door onder meer de Vlaardinger Remi Poppe en de Maassluizer Dick de Pagter, die ook betrokken was bij de SJ en het Maassluise jongerencentrum De Toverbal. Zij deden een dringend beroep op de gemeenteraad om stappen te nemen tegen het bedrijf Key en Kramer aan de Adriaan van Heelstraat, vlak bij het station. Vooral bewoners van de wijk ’t Hoofd klaagden over stank en lawaai. Er kwamen ook klachten binnen over de Vereenigde Touwfabrieken en de azijnstank van Konam.

Maatregelen
De actie had succes, er kwam een onderzoek naar de overlast en de gemeente verspreidde een folder wat Maassluizers moesten doen als de lucht ernstig vervuild was. Verder ging in 1971 de Konam een hele maand dicht om maatregelen tegen geluidsoverlast te nemen, na vele klachten uit Maassluis-West. Als een van de grootste successen van de actievoerders geldt het tegenhouden van de vestiging van Hoogovens in het Rijnmondgebied, in samenwerking met andere milieuorganisaties.

Geruchtmakend was het bezoek dat de toenmalige koningin Juliana in 1971 aan Maassluis bracht. De hele week al zuchtte Maassluis onder een deken van smog. Verontruste Maassluizers grepen het koninklijke bezoek aan om te protesteren. ‘Ruikt u (n)iets?’ stond op spandoeken van de demonstranten terwijl de koningin door Maassluis liep. Tien jaar eerder zou zo’n protest ondenkbaar zijn geweest.

Vondelpark bezet
Een andere actie die de krant haalde was de bezetting van het Vondelpark door Maassluise jongeren. Zij vonden dat burgemeester Van Dijck, die in een huis in het Vondelpark woonde, dat park ten onrechte als zijn eigendom beschouwde, terwijl het groene park van iedereen zou moeten zijn. Er kwam een zogeheten ‘sit-in’; de jongeren weigerden te vertrekken. En toen enkelen van hen door de politie waren gearresteerd en afgevoerd namen anderen hun plaatsen simpelweg weer in. In 1974 kwam er een nieuwe burgemeester en toen werd het Vondelpark eindelijk toegankelijk voor iedereen.

Gif in de Steendijkpolder
Eind 1961 liet gemeente Maassluis het meest westelijke deel van de Steendijkpolder opspuiten met baggerspecie uit de Rotterdamse havens. In 1974 begon de bouw van de Drevenbuurt. In 1983 verschenen de eerste berichten over wat later de ‘gifaffaire’ zou heten. De huizen bleken op zeer vervuilde grond te staan. In de jaren ’90 volgde sanering van de grond onder de huizen door 1,5 m weg te graven en te vervangen door schone grond. De saneringsoperatie kreeg landelijke bekendheid. De sanering startte in 1996 en werd uiteindelijk betaald door het Rijk, de provincie en de gemeente Maassluis.

Jeuk na het zwemmen
Tot ongeveer 1940 kon er nog zalm gevangen worden in de rivier bij Maassluis. Zalm kan alleen in schoon water leven. In de jaren zestig was in de rivier inmiddels geen levend organisme meer te bekennen. Zwemmers kwamen ’s zomers met jeuk over het hele lichaam snel het water uit. Vooral bij matige zuidwestenwind hing er in Maassluis een zurige lucht, chloor-, zwavel-, oliestank, een kadaverlucht; het zijn maar enkele omschrijvingen in kranten uit die tijd.