Kerstening van de lage landen

Lebuïnus bouwt een kleine kapel op het Schild

Rond het jaar 690 doet de Angelsaksische monnik Willibrord Nederland aan. Met hem begint de kerstening van de lage landen.

Het is de Utrechtse bisschop Gregorius die Lebuïnus rond 754 opdracht geeft de oostelijke gebieden van Nederland te kerstenen. En zo zou volgens overleving Lebuïnus rond het jaar 771 het "Reggedal" aandoen en op het Schild een klein kerkje, een kapel, stichten. Deze kapel is het begin van de bouwgeschiedenis van de huidige Schildkerk.

Restanten van Lebuïnus stoffelijk overscht bevonden zich aanvankelijk in de Lebuïnuskerk in Deventer en werden tijdens processies rondgedragen. Na de Reformatie werd dit verboden. De relieken bevinden zich thans in de Broederkerk in Deventer.

In het oosten van ons land zijn meerdere kerken door Lebuïnus gesticht onder andere de
- Grote of Sint-Michaëlskerk in Zwole omstreeks 765,
- Dorpskerk in Wilp, omstreeks 765 en de
- Groet of Lebuïnuskerk in Devnter, omstreeks 768..