29 Mejuffrouw Mirandolle

Protestantse bovenlaag

De doorsnee-Eerselnaar weet niet goed wat hij van haar moet denken. Een opvallende verschijning, dat zeker. Wanneer mejuffrouw Mirandolle op zondag, gekleed in een geruite plusfour en zelf de paarden mennend die voor haar landauer zijn gespannen, op de Eerselse Markt verschijnt om daar het protestantse kerkje te bezoeken, tsja, dan is er aan aandacht geen gebrek. Tel daar nog bij haar opgestoken kapsel, haar chique lorgnet en haar licht Aziatische gelaatstrekken, dan weet je het wel: volop bekijks van de dorpelingen.

Maar hebben de Eerselnaren daadwerkelijk contact met haar? Nauwelijks, want mejuffrouw Mirandolle komt uit een andere wereld: die van de rijke protestantse bovenlaag. Niettemin betekent ze veel voor de gemeente.  

Van haar lange leven, ze wordt honderd, brengt mejuffrouw Mirandolle niet meer dan hooguit twintig jaar in Eersel door, en dat dan nog alleen in de zomermaanden. Toch is haar invloed groot, zo aan het begin van de twintigste eeuw.

Geld voor maatschappelijke doelen

Georgine Louise Charlotte Antoinette Mirandolle (1873-1974) is een steenrijke protestantse alleenstaande vrouw met twee pleegkinderen. Ze beschikt over een familiekapitaal dat voortkomt uit plantages in Nederlands-Indië. Hiermee laat ze in 1918  een villa bouwen in buurtschap de Hees bij Eersel. Door de hedendaagse bril bekeken betreft het kapitaal met een twijfelachtige herkomst. Dat geldt niet voor de bestedingen van de ‘freule’ – hoewel niet van adel, wordt ze in Eersel wel zo beschouwd. Bij haar bestedingen in de regio kiest de vrijgezelle dame veelal voor maatschappelijke bestemmingen. Bijvoorbeeld als de gemeente Eersel in de jaren twintig een elektriciteitsnet wil aanleggen en over onvoldoende middelen beschikt om ook de omliggende kerkdorpen van stroom te voorzien. Dan springt mejuffrouw Mirandolle bij. Ook de protestantse gemeenschap helpt ze een handje. Ze koopt in Eersel villa de Drietip van dokter Bakhuizen van den Brink en biedt deze aan als huisvesting voor de dominee (Venster 21, Doorkijk 4). Die zal niet kampen met ruimtegebrek, de Drietip telt 15 kamers.

Verder ziet mejuffrouw Mirandolle erop toe dat de Eerselse heidegronden op een correcte manier onder de boeren verdeeld worden, waarbij ze oog houdt voor het behoud van de heide. Daarnaast – maar dit ligt voor de hand, waar moet ze anders naartoe? – ziet ze de plaatselijke middenstand niet over het hoofd. Zo mag smid Van den Hurk met enige regelmaat de Vliegende Hollander – een speelgoedkarretje – repareren. Ook mag hij carbid leveren voor de fietslamp. Aan het eind van enig jaar kan hij honderdvierenveertig gulden en negenendertig cent incasseren.

Naar Amsterdam

In 1927 vertrekt de ‘freule’ naar Amsterdam en koopt daar voor ƒ 150.000 het pand Herengracht 476 (Huis De Vicq). Dit huis uit 1670, deel uitmakend van de Gouden Bocht, laat ze in de oorspronkelijke staat herstellen. In 1953 schenkt ze de woning aan vereniging Hendrick de Keyser die zich inzet voor het behoud van waardevolle huizen. Dit wel onder de voorwaarde dat ze levenslang mag blijven wonen in dit pand waar vandaag de dag het Prins Bernhard Cultuurfonds is ondergebracht. Op haar 98ste verhuist mejuffrouw Mirandolle naar Haarlem waar ze in 1974 overlijdt.

Terug in Eersel

Tussen 1936 en 1939 komt mejuffrouw Mirandolle nog even terug naar in Eersel en schenkt dan een groot deel van haar grondbezit aan Natuurmonumenten, nu bekend als Mirandolles Heike. Mirandolles villa op de Hees wordt later, tussen 1969 en 2003, in gebruik genomen als galerie. Het kunstenaarsechtpaar Rien en Beatrijs van den Brink beheert er dan kunstzaal de Hoge Hees.