Aletta Jacobs

het zorgen van gelijke rechten voor vrouwen

Aletta Jacobs was de eerste vrouw die werd aangenomen in een universiteit en de eerste vrouwelijke arts. Het begon eigenlijk bij de toenmalige minister-president Thorbecke, want Aletta Jacobs wilde sinds vroeger als arts studeren en moest ze dus studeren. Vrouwen mochten toen niet studeren, maar dankzij haar brief die ze had gestuurd naar Thorbecke mocht ze toch gaan studeren. Op het moment dat ze arts werd liet ze vrouwen op gratis spreekuren om te praten over voorbehoedsmiddelen aangezien vrouwen wel ieder jaar zwanger werden.

Ze wilde toen verandering brengen aan de rechten van vrouwen en wilde er voor zorgen dat vrouwen zowel passief als actief kiesrecht hadden. Ze sloot zich bij een politieke partij genaamd 'Vereniging voor Vrouwenkiesrecht' (VvVk) die werd opgericht door Wilhelmina Drucker. Vrouwen werden niet eens genoemd toen er werd gepraat over de caoutchouc artikel die was bedoeld om het recht om te stemmen als het ware uit te 'rekken'. Zij kwamen dus in actie doormiddel van tentoonstellingen, kranten, pamfletten en petities.

In 1917 mochten alle mannen stemmen en werd dus het algemeen kiesrecht ingevoerd. Vrouwen hadden hier nog alleen passief kiesrecht, alleen de VvVk wilde ervoor zorgen dat ze ook actief kiesrecht hadden. In 1919 werd het wetsvoorstel voor actief kiesrecht voor vrouwen aangenomen en in 1922 hadden vrouwen pas echt actief kiesrecht.