Het Land van Altena: een kleurige lappendeken

De tweelingzusjes Melissa en Sophie wonen in Woudrichem. In de zomer fietsen ze in het weekend vaak naar hun oma in Dussen. Het is best een lange tocht en het voelt of ze altijd wind tegen hebben. De weg naar Dussen is ook zo saai en recht. ‘Ik heb een leuk idee’, zegt Melissa terwijl ze op het punt staan op de fiets te stappen. ‘We doen of we Marianne Vos zijn en gaan de Tour de France rijden. Dan delen we onze fietstocht op in etappes.’ ‘Ja leuk!’, zegt Sophie enthousiast. Ze fietsen tussen de akkers en weilanden door die als keurige rechthoeken en vierkanten langs de weg liggen. Het lijkt wel of er iemand met een liniaal in het landschap heeft getekend. Op het midden van de Schoenriemse brug over de Uitwijk- en Rijswijksche Vliet stappen de zusjes even af. ‘De Vliet is al net zo kaarsrecht als de weg en het fietspad’, klaagt Melissa. Bij de Noordeveldse molen slaan ze even rechtsaf om bij de grote zwarte watermolen te kijken. Op het informatiebord lezen ze dat er vroeger veel meer molens stonden om het gebied droog te houden. ‘Ik begrijp er niet veel van hoor’, bromt Sophie. ‘Wat is nu die ruilverkaveling van 1965?’ ‘Blijkbaar is er toen nogal wat veranderd, want toen zijn er twee gemalen gekomen om de polders droog te malen. De molens waren daarna niet meer nodig en zijn bijna allemaal verdwenen’, legt Melissa haar zusje uit. ‘Wel jammer hoor’, zegt Sophie, ‘want ik vind ze best mooi.’ Sophie en Melissa fietsen nog één lange rechte weg langs het kasteel van Dussen en dan het dorp in naar oma. Ze woont in een groot oud huis boven op de oude dijk in de Dorpsstraat. Na een praatje en een glas limonade besluiten de zusjes terug te fietsen over de Kornse dijk. Een kronkelige weg waar nog veel oude huizen te vinden zijn. 

Eenmaal thuisgekomen zijn Melissa en Sophie toch wel nieuwsgierig geworden hoe hun fietstocht er vanuit de lucht uitziet. Op de computer zoomen ze met Google maps in op het Land van Altena. Ze zien gelijk dat er veel rechte wegen in de streek zijn en als ze nog verder inzoomen, zien ze dat bijna het hele gebied een kleurige lappendeken is van rechthoekjes en vierkantjes. Bruine akkers, groene weilanden en donkergroene bossen. Al die keurige rechte lijnen; dat kan niet altijd zo geweest zijn. 

Nog niet eens zo heel lang geleden, tot in de jaren vijftig van de twintigste eeuw, zag het landschap er veel ‘rommeliger’ uit. Veel meer kleine snippertjes land. Dat kwam omdat de boeren eeuwenlang het land verdeelden onder hun kinderen en dat zo eerlijk mogelijk probeerden te doen. Elk kind kreeg evenveel en niet alleen in oppervlakte, maar ook evenveel vruchtbaar en minder vruchtbaar land. Hierdoor raakte het land steeds verder versnipperd en moesten de boeren soms wel zes of meer kleine stukjes land onderhouden. Dat was natuurlijk niet zo handig. Zeker niet toen steeds meer werk op het land met machines gedaan kon worden. Het was niet zo gemakkelijk rijden met een tractor op een verknipt stukje land. En ook lastig als je met je tractor eerst over andermans land moest rijden om bij je eigen akker te kunnen komen. En dat terwijl in Nederland en de wereld na de Tweede Wereldoorlog steeds meer behoefte kwam aan veel en goedkoop voedsel. Dat moest beter kunnen, vond de minister van Landbouw. 

In heel Nederland, en ook in het Land van Altena begon na de Tweede Wereldoorlog een enorm project dat we de ‘ruilverkaveling’ noemen. De ruilverkaveling in het Land van Altena was de grootste van heel Europa. Het land van de boeren werd opnieuw verdeeld, op zo’n manier dat er grotere, aaneengesloten stukken akker en weiland ontstonden. Het was een enorme onderneming en niet iedereen was er blij mee. Er waren boeren die niet wilden ruilen, of mensen die het helemaal geen goed idee vonden dat overal strakke, rechte lijnen in het landschap werden getrokken. De kleine akkertjes brachten misschien niet zoveel geld op en waren lastiger te onderhouden, maar het was wel schilderachtig mooi. 

Tijdens de ruilverkaveling werden ook fouten gemaakt. Het eeuwenoude landschap ging op de schop en er verdwenen dingen die we eigenlijk helemaal niet willen missen. Zo was er bijvoorbeeld bij Uitwijk een oude kasteelheuvel, die bij de ruilverkaveling met de grond gelijk werd gemaakt. Als je op oude kaarten kijkt, dan vind je bij Uitwijk de ‘Uitwijkschen Heuvel’ terug. Alleen oude mensen weten nu nog waar die heuvel heeft gelegen. Gelukkig is de Alm, waar Melissa en Sophie langs kwamen, een echt oud, kronkelend riviertje gebleven en heeft ook de kasteelheuvel in Almkerk de ruilverkaveling overleefd. Zo kun je overal waar je fietst in de streek wel een stukje oude of nieuwe geschiedenis vinden.