De toekomst 2021 - dubbel interviews

Wat zijn de trends voor de toekomst?

2021 Een toekomst waarin het verleden telt, daarin is volgens NICC de intergenerationele dialoog essentieel. Iets zeggen over de toekomst kon daarom ook alleen door jarenlange expertise en een frisse blik te combineren. Twee deskundigen, prof. dr. Bert Koenders en Sanne van Amerongen, hebben wij gevraagd om hun inzichten over de toekomst van ontwikkelingssamenwerking met ons te delen.

Even voorstellen

Sanne van Amerongen is project manager bij VNG International, een organisatie die onder andere ontwikkelingssamenwerkingsprojecten implementeert op het gebied van het versterken van lokaal bestuur. Verder heeft ze een BA in Midden-Oosten studies en Internationale Betrekkingen en een MSc in Human Security. 

Prof. dr. Bert Koenders is deeltijd hoogleraar op het gebied van geo-politiek en ontwikkeling en speciaal vertegenwoordiger van de Wereldbank in fragiele staten. Daarnaast is Koenders op verschillende manieren politiek betrokken. Van 2007-2010 was hij Minister voor Ontwikkelingssamenwerking voor de PvdA. Voor meer informatie over zijn tijd als minister klik hier.

De aantrekkingskracht van OS

Wij hebben beiden verschillende vragen gesteld met betrekking tot de toekomst van ontwikkelingssamenwerking. Maar eerst wilden we weten wat hen motiveerde voor dit carrièrepad. 

Iedereen in zijn jeugd heeft wel iets wat hem triggert om in de internationale samenwerking te gaan werken”, stelt Koenders, en zo blijkt voor zowel van Amerongen als Koenders dat het verleden een belangrijke rol speelde voor hun eigen toekomst.  

Sanne is bij VNG International terecht gekomen vanuit haar ideaal voor een betere wereld. Zo zegt zij: “Klinkt misschien een beetje cliché, maar ik wil eigenlijk de wereld een betere plek maken en ik merk dat ik niet zo goed tegen ongelijkheid kan. Daarnaast vind ik het leuk om in een interculturele context te werken. Vroeger interesseerde het Midden-Oosten mij heel erg, was ik gefascineerd door sultan verhalen en alles wat erbij komt kijken en zo ben ik in deze wereld gerold. Ik krijg veel energie van het werken in verschillende contexten en met verschillende culturen.” 

Voor Koenders waren de dekolonisatiebewegingen tekenend: “Ik ben heel erg gestimuleerd in de jaren ‘70 en ‘80 toen er enorm veel bewegingen waren die zich inzetten voor wat er gebeurt na de dekolonisatie. Hoe kan je zorgen dat die enorme armoede in de wereld afneemt? Kunnen wij dat in het Westen nog wel? Of moeten wij juist landen zelf om daar de ontwikkeling zelf te katalyseren.” Daarnaast speelden de ontwikkelingen in Latijns-Amerika toendertijd een belangrijke rol. Hij werd gegrepen door: “hoe de boerenbeweging zich verzette tegen de privileges van de elite daar. En ook wel over de ongelijke machtsverhoudingen tussen het rijke Westen en de rest van de wereld.” 

Wat is ontwikkelingssamenwerking? 

Allereerst speelt de vraag wat de taken van ontwikkelingssamenwerking zijn. Koenders trapt af met twee belangrijke doelstellingen, namelijk armoedebestrijding en het katalyseren van positieve bewegingen. Van Amerongen merkt op dat de laatste jaren het beleid steeds meer inzet op preventie in plaats van armoedebestrijding, bijvoorbeeld in het verhogen van de levensstandaard om migratie te voorkomen. Koenders erkent en benadrukt het belang ontwikkelingssamenwerking juist niet te zien als technocratisch proces. Bekijk de hele video hier

Dekolonisatie

Binnen het debat over ontwikkelingssamenwerking is er veel aandacht voor dekolonisatie. Daarom vroegen wij onze deskundigen hoe dit zich in de toekomst zal ontwikkelen. Voor het uitgebreide antwoord, bekijk de video dekolonisatie en ontwikkelingssamenwerking. 

In het kort focust van Amerongen zich voornamelijk op de rol die het land speelt. Ze geeft aan dat de discussie over dekolonisatie op dit moment in Nederland geen grote rol speelt maar dat dit “verschilt per land en een vorm van geopolitieke inmenging kan zijn.” Koenders richt zich meer op de definitie en geeft aan dat de emancipatie centraal moet staan en de mensen waar het om gaat aan het stuur moeten zitten. Het terugkijken naar het koloniale verleden moet “een incentive zijn om samen naar de toekomst te kijken”.