Buitenplaats Suydervelt

Een rond 1810 gebouwde herenboerderij als opvolger van de buitenplaats uit de 17e eeuw die verder naar achteren lag.

Tegenover de Pieter van der Plasschool aan de Heulweg te Wateringen staat “Boerderij Suydervelt”. Het gebouw was van oorsprong een ‘buiten’, een herenhuis voor de zomer in het groen. Het werd rond 1620 gebouwd, in opdracht van de in Delft woonachtige Mr. Dirk Jacobszn. van der Dussen 1591-1658. Zijn neef Jacob Ewouts erfde, maar hij kwam op 34-jarige leeftijd en ongehuwd te overlijden. Het kwam daardoor in handen van z’n moeder, maar zij overleed in 1666 en zo kwam het in handen van Nicolaas Ewoutszn. van der Dussen. Nicolaas vestigde zich in Dordrecht, hij bouwde daar zijn bestuurlijke carrière op en was o.a. 2 jaar schepen van Dordrecht. Hij erfde het ‘buiten’ te Wateringen dus van de halfbroer van z’n opa, dan een oom van hem via z’n moeder erfde hij en gaf het weer door aan zijn zoon Mr. Jacob van der Dussen 1670 - 1728, hij was burgemeester van Dordrecht. Hij diende de stad 10 jaar in die hoedanigheid. Zie onderstaand gedetailleerd bericht:

“Vermits de Heer en Mr. Jacob van der Dussen, Heere van Oost-Barendrecht eenige weeken op deszelfs Hofstede Zuydervelt, gelegen in Delfsland, by den Dorpe van Watering, ziek geweest, en van lichaam zeer swak zynde, op den twintigsten October 1728, zich had laaten transporteren binnen de Stadt Dordrecht, alzoo met de Maand October deszelfs Presidium van drie maanden als Burgermeester was ingegaan, op den eersten November daar aan volgende aldaar is overlede, ongehuwt, oud 57 jaaren, 7 maanden en 17 dagen, ende aldaar op den negenden der voornoemde maand ter aarde is gebragt,”.

Jacobs enige zus op dat moment was Catharina Alida van der Dussen, zij was gehuwd met Damas van Slingeland, erfde Suydervelt en bewoonde het tot haar dood in 1745. Hierna werd het pand op 28 november 1746 voor 16.900 Gulden verkocht aan de zwagers Jacob Gael 1731 – 1781 en Gerard van Vredenburch 1710 - 1784. Jacob Gael woonde toen met zijn vrouw Cornelia Jacoba van Schuylenburch op de toenmalige buitenplaats “’t Hof te Wateringe” en ook Gerard Vredenburch bezat onder andere buitenhuizen in ’s-Gravenzande en Rijswijk.

Hofstede

Het is aannemelijk dat de eigenaren het pand als boerderij met veel hectare grond lucratiever konden verpachten dan het als een buitenplaats in bruikleen weg te zetten. Uit de acte van 1746 bleek dat dat toen al een omvangrijke boerderij was “De Hofsteede genaamd Zuijdervelt, bestaande in een Heeren Huijsinge en Koetshuijs en een Stallinge, alsmede Tuijnmanshuijs en werkhuijs, Tuijnen, Laanen, Houtgewassen en verdere Plantagie, bovendien Speelhuijs, orangie huijs, managerie, Kommen, vijvers, grotwerken, en dergelijke; nog een aparte Boerenwoninge met Koestal, Twee Hooij Bargen en een wagenschuur ende nog vier partijen Weijlandt alles staande ende gelegen annex den anderen in de Oudewateringveldse Polder af, en aan den Dorpe van Wateringen, ende te samen groot vijftien mergen en vijfhonderd Roeden”. Verder behoorden bij Suydervelt nog 21 percelen veenland die bij elkaar ruim twintig margen omvatten en een stuk tuin of boomgaard van ruim een margen. Het bijbehorende land werd geleidelijk verkocht aan veenstekers, dat waren lieden die plaggen veen (turf) uit de bodem haalden.

Johannis Janszoon de Bruijn nam de pacht van Suydervelt over van z’n vader Jan, die het na 1748 als eerste generatie de Bruijn pachtte van de heren Gael en Vredenburch. Johannis Janszoon, was kerkmeester en schepen in 1772 van Wateringen en gehuwd met Gerritje Pietersdochter van Heemskerck. Bekend is verder dat hun zoon Arij de Bruijn geboren 22 december 1763 te Wateringen, ca 1810 nog op Suydervelt woonde. Hij was gehuwd met Magdalena Cornelia van Rhijn geboren eind 1766 te Wateringen als dochter van Arnoldus van Rhijn, eigenaar van de wipmolen Windlust en was in 1772 ook schepen van Wateringen. Moeder was Cornlia Copper, en 3de vrouw van Arnoldus, zij was een dochter van de Wateringse Chirurgijn Johannes Copper.

Nieuwe boerderij

Willem Hendrik Gael 1748 – 1803 zoon en erfgenaam van Jacob, waren beide overleden en zo kwamen de bezittingen in handen van Willem Hendriks 2de vrouw Anna Martina van Kretschmar. Ook haar dochter Charlotte was in 1802 al op 22-jarige leeftijd overleden. Zij trouwde voor de tweede maal op sinterklaasdag 1804 met Apollo Johan Cornelis (Apollo) Baron Lampsins Heer van Swieten en het stel woonde in ’s-Gravenhage. Kinderen uit dit huwelijk overleden jong. De buitenplaats “’t Hof te Wateringe” had zij in 1806 verkocht voor de sloop. Suydervelt bleef verpacht aan Arij de Bruijn. Anna Martina van Kretschmar heeft van het geld dat zij ontving bij de verkoop van ’t Hof te Wateringe, een nieuw boerderij Suydervelt laten bouwen maar niet op de plek waar de oude boerderij had gestaan.

De oudste zoon Johannes van Arij en Magdalena werd verliefd op zijn nichtje Antje van Rhijn en daarom verhuisde hij naar Hazerswoude, waar het stel op 24 juli 1825 in het huwelijk trad. Arij en Magdalena vertrokken in 1833 ook richting Hazerswoude, Arie was toen 70 jaar. Anna Martina was in januari 1832 gestorven. De veensteker Martinus van Leeuwen kocht Suydervelt van de erfgenamen van Anna. Een uitgebreide geschiedenis over Suydervelt is te lezen in het boek over de Westlandse buitenplaatsen. De Wateringer Chris Batist, voorzitter van de Historische Vereniging Wateringen Kwintsheul, schreef het concept voor de buitenplaatsen Suydervelt en Hofboederij.

Harry Hoek

Henricus Johannes Hoek, beter bekend als Harry Hoek 1839-1919, kocht Suydervelt nadat z’n moeder, vader en stiefmoeder al waren overleden. Zijn vader Petrus Martinus, aanvankelijk ook veensteker, en moeder Anna Maria Meijer hadden Suydervelt waarschijnlijk van Martinus van Leeuwen gekocht. Harry was van beroep bouwman (boer en landbouwer) en werd bekend als groot voorstander van het veilingwezen. Hij wist de tuinders en kooplieden te overtuigen van deze wijze van (ver)kopen bij afslag. Hij was voorzitter van de "Vereniging Westland" en spoorde de tuinders aan zich te verenigen. Hij was ook voor de opzet van een proeftuin en bepleitte de vestiging van de latere boerenleenbank. Door zijn afkomst en positie genoot hij groot vertrouwen. De Harry Hoekstraat nabij boerderij Suydervelt herinnert nog aan hem. Zijn opa Cornelis Hoek, zijn vader Petrus Martinus Hoek en broer Cornelis Petrus Hoek waren allen gedurende een periode in de 19de eeuw burgemeester van Wateringen. Echt iets unieks en Harry’s broer Cornelis Petrus bleef zelfs 35 jaar lang tot zijn dood het ambt ononderbroken uitoefenen.

Verkoop

In november 1898 besloot Harry het leven op de boerderij te beëindigen, hij was 59 jaar. Op 21 december dat jaar werd het complex van Suydervelt in een openbare veiling, in logement Het Huis ten Hoek van de heer J. de Boer, gelegen aan het Plein te Wateringen, voor een bedrag van 132.500 gulden verkocht. Het complex bestond uit de bekende statige boerderij, met bijgebouwen en 72 ha. landerijen. Het geheel werd gekocht door Johannes Janknegt, maar hij gaf aan van het recht gebruik te maken om binnen 24 uur met zijn opdrachtgever, waarvoor hij het bod had gedaan, op het kantoor van de notaris te verschijnen. Hij maakte die volgende dag notaris Meijlink uit Den Haag duidelijk dat hij Suydervelt gekocht had, in naam van het Burgerweeshuis, een instelling voor weeskinderen van Nederlands Hervormde signatuur te 's-Gravenhage. De boerderij was op dat moment verpacht aan boer Jan van der Wel uit de Lier. De pacht werd door het bestuur van het Burgerweeshuis gerespecteerd en doorgezet. Boer Jan deed kort daarop de pacht over aan zijn zoon Willem, hij vond de 72 ha grond wel wat veel en zo ontstond het idee om het geheel in tweeën te knippen. Dit idee viel ook goed bij het bestuur van het burgerweeshuis.

Nieuw-Syudervelt

Een jaar later gebeurde dat ook en zo werd op het andere deel de boerderij Nieuw-Suydervelt gebouwd. De pachter van die boerderij werd Bruin Noordam een zwager van Willem. Deze pacht ging van vader op zoon, Jan Noordam naar uiteindelijk kleinzoon Bruin Noordam. Ca 20 ha van deze grond werd rond 1970 voor tuinbouwbedrijven geschikt gemaakt en het restant werd in 1971 verkocht aan André van Mierlo en de gebroeders Vincent en Nico Disselkoen. Zij vestigden er “Stal Westland” een renpaarden-manege met een dependance als -stoeterij in Baarle-Nassau. Gerard van Eijkelenborg was de bekende pikeur die onder andere met het paard Kees Verkerk veel prijzen op de Nederlandse en Belgische renbanen, o.a. Duindigt in de wacht wist te slepen. Eind vorige eeuw was er een grootte behoefte aan nieuwe woningen, mede als gevolg van de babyboom na de tweede wereldoorlog. En zo werd een deel van deze gronden voor woningbouw bestemd. Op het laatste deel werd na de afsplitsing van de Wateringveldse Polder voor Den Haag, het nieuwe sportcomplex van KMD gerealiseerd en stijf ernaast bleef ruimte voor de grote ontsluitingsweg de Wippolderlaan, als verlenging van de Lozerlaan. In “Nieuw-Suydervelt” vinden we nu een kinderdagverblijf en diverse ruimten voor dagbesteding van licht dementerende Ouderen.

Einde van boerderij Suydervelt

Een zoon van Willem van der Wel, Willem Cornelis ziet meer heil in het tuindersleven dan in het boerenleven, dat door stijgende grondprijzen ten gevolge van grondgebrek, met name in het Westland onder druk komt te staan. Een andere zoon van Willem, Jan van der Wel neemt het pachtcontract over, en in 1972 is het een kleinzoon, eveneens Jan van der Wel, die de laatste pachter was van Suydervelt. De woning met 5000 m2 grond werd door Van der Wel al in 1960 gekocht van het burgerweeshuis.

Boerderij Suydervelt werd 11 juni 1969 onder nummer 38409 in het register van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed als rijksmonument ingeschreven.

Vanaf 1974 toont de gemeente Wateringen interesse in de grond achter boerderij Suydervelt. Het resultaat daarvan werd de woonwijk Suydervelt, die eind jaren zeventig begin jaren tachtig werd ontwikkeld en gebouwd. In 1987 verkoopt Jan van der Wel de woning aan de familie Selis die een aanzienlijke restauratie liet verrichten. Ook het interieur van de woning werd toen eigentijds aangepast, waarbij lichttoetreding en een niet te donkere kleur voor een aangenaam gevoel zorgt. De boerderij staat te koop, de locatie en het totale oppervlak van het onroerend goed bieden goeie mogelijkheden voor verschillende creatieve invullingen, waarbij een bestemmingswijziging niet uitgesloten is.

Bronnen:

Fotoboek Rijksmonumenten Westland van het Genootschap Oud-Westland, het boek “Goed Rentmeesterschap geschreven door A.P.J.M. Lelieveld, gesprek met de familie Selis, Chris Batist en internet.