De kompenijsters

De Kompenijsters uit Jubbega: ,,Tot eind jaren twintig werd er niets voor die mensen gedaan. Ook niet door de kerk. In 1927 kwam minister Kan naar Jubbega en dat betekenden een keerpunt. Ook burgemeester Falkena van Heerenveen heeft in het dorp veel voor elkaar gekregen. Eind jaren twintig kwam er een buurthuis en de arbeiderskinderen konden naar de ambachtsschool in Gorredijk. Maar daar werden ze ,met de kont aangekeken". De wijken rond Jubbega waren dan ook een echte vrijstaat geworden, waar iedereen rood stemde. De onderlinge saamhorigheid was groot, maar daarbuiten misten ze elke aansluiting. De beste timmerlui kwamen uit de wijken, maar ze kregen nergens werk. En toen hun krotten ontruimd en verbrand moesten worden, wilden ze er niet uit. Want dat vonden ze vernederend. Ze leefde van dag tot dag en de hygiëne was slecht. Het ongedierte tierden welig en de tonnen waarin de ontlasting werd gedaan, werden ook gebruikt om het slachtafval van de slager schoon te maken, zoals darmen. En dat werd dan lekker opgegeten.’’ Maar dat is allemaal verleden tijd en de ontwikkeling van Jubbega heeft zich vanaf eind jaren vijftig gestaag doorgezet. De ,Kompenijsters’ integreerden in de dorpssamenleving, de ooit zo beruchte voetbalclub VV Jubbega bouwde z’n eigen lichtinstallatie en het dorp beschikte als eerste over een groot multifunctioneel centrum. Popkema: ,,Nu is Jubbega een sociale en gezellige gemeenschap geworden waar je graag komt. Een bijzonder dorp.’’