Bij de viering van het driehonderdjarig bestaan heeft de Rijksuniversiteit Groningen zich een onmiskenbare plaats verworven in Stad en Lande, met wetenschappers van formaat
De Rijksuniversiteit Groningen staat in het eerste kwart van de 20e eeuw op het toppunt van haar kunnen. In 1876 is de herziening van het Hoger Onderwijs, waarbij de Groninger Hogeschool behouden blijft en de status van universiteit bevestigd wordt. Vanaf deze tijd tot in de jaren '50 van de 20e eeuw is het een bolwerk van vernieuwend onderzoek met gerenommeerde wetenschappers en voor die tijd moderne, experimentele laboratoria. Exponenten zijn de Nobelprijswinnaar voor de natuurkunde Frits Zernike en de sterrenkundige Ko Kapteijn. Buiten hen zijn er ook anderen die belangrijk onderzoek verrichten, zoals de psycholoog Gerard Heymans en de bio-archeoloog Albert Van Giffen. Daarnaast laat de universiteit in 1871, als eerste in Nederland, een vrouwelijke student toe, Aletta Jacobs. Met het driehonderd jarig bestaan in 1914 is het aanzien en de positie van de universiteit definitief gevestigd.
Afbeelding: Academiegebouw, foto P.B. Kramer, Groningen, ca. 1910 (Collectie RHC Groninger Archieven 1785-7251)