Zusterboek

Over ootmoed en gehoorzaamheid

Het Zusterboek van vrouwenklooster Diepenveen

Ten noorden van Deventer stichtte Johannes Brinckerinck in het jaar 1400 samen met enkele vrouwen, die vanwege hun bezit niet terecht kunnen in een van de Geert Groote huizen in Deventer, een klooster voor vrouwen. Onder hen bevinden zich Swedera van Runen en Salomé Sticken, beiden trouwe volgelingen van Geert Groote en met hen wordt het eerste vrouwenklooster naar de richtlijnen van de Moderne Devotie gerealiseerd. Heel bijzonder is dat de nonnen een aantal levens van vrome zusters hebben beschreven in het Zusterboek, dat bewaard is gebleven.

Johannes was de enige priester die bij het nieuwe klooster betrokken was: tot 1416 was hij prior. Hij werd opgevolgd door Salomé Sticken en daarna stond er steeds een priorin aan het hoofd. De zusters streefden naar zuiverheid in de kerk, innerlijke vroomheid en een eenvoudige leefwijze, met een onvoorwaardelijke liefde voor Jezus, hun geestelijke bruidegom. De goede naam van het klooster zorgde voor een toestroom van nieuwe zusters. Werden er bij de stichting van het klooster twaalf koorzusters “ingekleed”, in 1476 was het met 170 bewoners één van de grootste vrouwenkloosters van het toenmalige Nederland. Al snel kreeg het ook een voorbeeldfunctie voor zeker zeventien kloosters in Nederland, België en Duitsland.

Schrijven

In het middeleeuwse kloosterleven speelde geschreven tekst een grote rol, maar leken mochten de Bijbel niet lezen en vrouwen al helemaal niet. De zusters van Diepenveen hielden zich daar niet aan; de Bijbel die in hun Kapittelhuis lag, is nog te zien. Het klooster bezat een bibliotheek met een grote boekenschat en ook een schrijfatelier, waar de zusters handschriften kopieerden en vertaalden, perkament bewerkten en boeken inbonden.
In de Athenaeumbibliotheek in Deventer bevinden zich twee uit die tijd bewaard gebleven Zusterboeken van Diepenveen. Dit is niet het originele Zusterboek, maar ‘afgeschreven’ exemplaren, dat is met de hand overgeschreven Behalve de twee Zusterboeken staan er nog dertien voornamelijk in de volkstaal (Middelnederlands) geschreven boeken, waarvan zeker is dat ze ooit in de bibliotheek van het klooster hebben gestaan.

Viten

Een zusterboek bestaat een verzameling biografieën ofwel viten van zusters uit een bepaald klooster, geschreven in de volkstaal. In tegenstelling tot de meeste literatuur uit de middeleeuwen werd een zusterboek geschreven door vrouwen en voor vrouwen, in het eigen klooster gebruikt.
Het Zusterboek van Diepenveen begon in 1452 na een pestepidemie waarbij zestien zusters stierven. Hun viten en die van de stichter Johannes Brinckerinck dienden als voorbeeld voor achtergebleven zusters. In latere jaren werd het Zusterboek steeds aangevuld met viten van zusters die in het klooster overleden.
Ootmoed en gehoorzaamheid zijn deugden die het Zusterboek propageerde: ootmoed en gehoorzaamheid ten opzichte van God en de kerk, maar ook ten opzichte van de medezusters. Nadrukkelijk werd steeds verteld hoe voorheen rijke en voorname dames zich na hun bekering ten dienste van de gemeenschap stelden en zelfs de meest vieze karweitjes blijmoedig opknapten.