Schutterij

Handhaving openbare orde

Tijd van pruiken en revoluties

Wie zorgden door de eeuwen heen in Haaksbergen voor de handhaving van orde en recht? Tot in de Franse tijd (1795-1813) was dit een taak voor onderrichters, ook wel gerichtsdienaren genoemd. Daarnaast waren er armen, jagers en nachtwakers. Toen kwamen de veldwachters. Pas na de Tweede Wereldoorlog deed de politie haar intrede.
De onderrichter had veel meer taken dan de handhaving van orde en recht. Hij bezorgde dagvaardingen, zegde pachten en hypotheken op en was de beslaglegger op roerende en onroerende goederen. De oudst bekende onderrichter in Haaksbergen was Johan Verver, genoemd in de gerichtsprotocollen van 1628. Naast onderrichters waren er armenjagers. Hun taak was het om armlastige vreemdelingen buiten het gericht Haaksbergen te houden.

Nachtwacht

Haaksbergen kende ook nachtwakers, die in de donkere uren een oogje in het zeil hielden. Vuurwapens hadden zij niet; meestal droegen ze een flinke stok bij zich en verder vaak een klepper. De nachtwaker fungeerde als dorpsomroeper en riep om hoe laat het was. Bij de volkstelling van 1748 werd Hendrikus Waanders als nachtwaker opgegeven. In 1884 werd Gradus Leferink (1854-1946), alias Poet'n Graads, als nachtwaker aangesteld. Hij was een populaire figuur omdat hij met iedereen een praatje aanknoopte. De bijnaam Poet'n was ontleend aan het pand Blankenburg 8, waar een van zijn voorvaderen had gewoond. In zijn beginjaren ging hij gekleed in schapenvacht met stok, bel en sabel. In 1919 werd de functie van nachtwaker opgeheven. Van Poet'n Graads staat een standbeeldje in de Molenstraat, gemaakt door Jan te Kulve uit Eibergen. Tweede Kamerlid Paul Ulenbelt heeft in 2007 de sabel van Poet'n Graads overhandigd aan burgemeester Loohuis. Die had Ulenbelt geërfd van zijn vader, vroeger notarisklerk in Haaksbergen.

Veldwachters

Vanaf 1796 kende Haaksbergen veldwachters. Voor hen was in het oude gemeentehuis op de Markt een kamertje ingericht waar ook een arrestantenhokje was. Dit was zo slecht beveiligd, dat gevangenen er meer dan eens uit wisten te ontsnappen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kende Haaksbergen twee gemeenteveldwachters. Wanneer zij iemand moesten verhoren, deden ze dat vaak in de raadzaal, omdat hun eigen kamertje daarvoor te klein was. Behalve gemeenteveldwachters kende Haaksbergen sinds 1850 ook rijksveldwachters, behorend tot de brigade Enschede. Zij waren tevens jachtopziener. Na de Tweede Wereldoorlog werden de gezagshandhavers ondergebracht in het korps rijkspolitie. Grote steden hadden een eigen gemeentekorps. In 1994 werden de gemeente- en rijkspolitie samengevoegd tot een regiokorps. Onder het kabinet-Rutte zijn de regiokorpsen omgevormd tot één nationale politie.

Haaksbergsche Schutterij

De Haaksbergsche Schutterij ontstond op 24 maart 1785 en is daarmee de oudste vereniging van het dorp. In 1794/95 vielen de Fransen ons land binnen. Of de Haaksbergse schutters een rol hebben gespeeld bij de schermutselingen is niet bekend, evenmin of er schutters hebben deelgenomen aan de Russische veldtocht van Napoleon Bonaparte. Wel waren er in die jaren al schietwedstrijden. Na 1814 kregen schutterijen als taak het handhaven van binnenlandse orde en rust. Ze hadden ook een aandeel in het verdedigen van het land. Samen met vele dienstplichtigen werden de Haaksbergse schutters ingezet na de Belgische opstand in 1830. Pas in augustus 1834 kwamen ze weer thuis. De Schuttersfeesten in Haaksbergen werden vroeger gehouden tegelijk met de najaarskermis. Tot aan 1976 kende de schutterij geen vaste leden, met uitzondering van enkele officieren, bielemannen en vendeliers. Wie tijdens de feesten mee wilde doen aan het vogelschieten, kon zich zelfs nog enkele uren voor de aanvang aanmelden als deelnemer. In 1976 werd het lidmaatschap verplicht om mee te mogen doen. Een topjaar was 1996 toen de Haaksbergsche Schutterij het Europees Schuttersfeest mocht organiseren, met meer dan 15.000 deelnemers. In het kader daarvan toog een delegatie van de schutterij samen met toenmalig burgemeester Van Agt naar Brussel voor een ritueel rond Manneke Pis. Na een officiële ontvangst op het stadhuis werd dit standbeeld gekleed in het kostuum van de Haaksbergsche Schutterij. En het plasmechanisme werd aangesloten op een vat Belgisch bier. De schutterij beschikt op het Scholtenhagen over een eigen onderkomen: het Schuttershoes.