Wat zijn stadsrechten?
De landsheer heeft steun nodig van zijn inwoners, met name bij militaire zaken. In ruil daarvoor maakt hij afspraken met hen over bestuur en rechtspraak, economische en fiscale rechten en plichten en over de persoonlijke status van de inwoners. Dordrecht krijgt al stadsrechten in 1220, Delft in 1246, Schiedam in 1275 en Rotterdam in 1340. De oudst bewaarde stadsrechten van Vlaardingen dateren uit 1273. Later zijn er nog uitbreidingen of aanvullingen geweest, de laatste in 1448.
De Vlaardingse stadsrechten
Vlaardingen krijgt op 14 mei 1273 van graaf Floris V een stuk perkament met uithangend zegel (een charter), waarop 14 stadsrechtartikelen geschreven zijn. Het stadje telt dan naar schatting vijfhonderd á duizend inwoners. Artikelen in de bewaard gebleven oorkonden borduren soms voort op oudere afspraken. De oudste stadsrechtverleningen zijn dan dus ouder dan de bewaard gebleven oorkonden. Zo zijn de Vlaardingse stadsrechten van 1273 zeer waarschijnlijk een aanvulling op eerdere overeenkomsten. Dat blijkt ook duidelijk uit het Vlaardingse charter waarin Floris letterlijk laat opschrijven dat hij de rechten verleende aan de trouwe Vlaardingers, “in navolging van de voetstappen onzer voorouders”.
Welke rechten krijgt Vlaardingen?
De belangrijkste rechten die Vlaardingen van de graaf krijgt zijn:
- Vrijdom van verschillende grafelijke belastingen. Dit bevordert de komst van kooplieden naar de stad. Wel komt er een stedelijke belasting op onroerend goed als huizen.
- Koopwaar mag tolvrij door heel Holland en Zeeland vervoerd worden.
- Vlaardingen krijgt een eigen rechterlijke macht. Niemand mag zijn medeburger tot een tweekamp uitdagen en geschillen moeten door de schepenen (stadsbestuurders) worden berecht.
- Een poorter (een in de stad wonende en geregistreerde burger met bepaalde rechten en plichten) zal zijn stadsrecht niet verliezen wanneer hij in het voorjaar om te zaaien en in het najaar om te oogsten een of twee maanden buiten de stad moet zijn.
Wel moet hij aan zijn militaire verplichtingen hebben voldaan (‘'s graven heervaart’ genoemd) én moet hij zijn aandeel in het onderhoud van de dijken leveren.
- Vlaardingen krijgt toestemming een beschermde jaarmarkt houden, wat goed is voor de handel. Uit het feit dat Vlaardingen al in 1246 een jaarmarkt had, blijkt weer dat al eerder bestaande rechten pas in 1273 ook werden opgeschreven.
- In 1327 krijgt Vlaardingen het voorrecht van graaf Willem II dat het zelfstandiger wordt als stad en afgescheiden wordt van het omliggende platteland van Vlaardinger-Ambacht.
Het originele charter waarin de stadsrechten van Vlaardingen zijn vastgelegd, is helaas niet bewaard gebleven. Wel weten we wat erin gestaan heeft. De tekst is in 1560 en in 1590 in Dordrecht overgenomen van het in zeer slechte staat verkerende eerdere charter en opnieuw opgeschreven, samen met de uitbreidingen van de rechten die in de veertiende en vijftiende eeuw zijn verleend. Dit wettelijke afschrift van een eerder opgestelde akte noemen we een ‘vidimus’ (‘wij hebben gezien’).
Stadsmuren
De stadsrechtverleningen waren voor de meeste plaatsen een belofte voor de toekomst. Voor Vlaardingen waren de stadsrechten echter meer een echo van een roemrucht verleden. Vlaardingen groeit nauwelijks meer in de dertiende en veertiende eeuw. Behoorde de stad aan het begin van de dertiende eeuw nog tot de vier grootste steden van Holland, aan het einde van de veertiende eeuw tot de kleinste steden van Holland. Anders dan veel andere steden heeft/had Vlaardingen geen stadsmuren. Wellicht was ze te klein en te arm om een stenen muur te bouwen.