Toon en Karel Borghuis vereeuwigd

Muziek en cultuur in Oldenzaal

Tijd van televisie en computers

Toon en Karel Borghuis hebben beiden een stevige basis gelegd voor een muzikaal klimaat in Oldenzaal. Vader en zoon hebben op eigen wijze een stempel gedrukt op het culturele leven en de muziek in Oldenzaal en Twente. Na Karels overlijden in 1992 heeft een groepje Oldenzalers onder leiding van Jan Kormelink besloten een monument op te richten voor beide musici. Ze zijn vereeuwigd door Frank Letterie in 1997.

Toon Borghuis

Borghuis sr. (1890-1971) was onderwijzer, koordirigent,Twents dichter en folklorist. Hij stamde uit een muzikaal gezin en ging naar de Normaalschool in Oldenzaal. Hij begon zijn loopbaan in Denekamp en richtte daar vrijwel meteen een fanfare op. In Oldenzaal werd hij naast onderwijzer aan een R.K. jongensschool ook dirigent van het zangkoor in de Plechelmuskerk. Naast het herenkoor richtte hij ook een groot, alom bekend en graag beluisterd jongenskoor op. Daarnaast was hij ook dirigent van mannenkoren in Enschede, waarmee hij regelmatig prijzen won op concoursen. In 1961 heeft Toon zijn Twentse gedichten uitgegeven in een bundeltje getiteld: 'n Buske late bleujers. Teksten hieruit worden nog veelvuldig gebruikt. Toon is voor zijn werkzame leven geëerd met een koninklijke en een pauselijke onderscheiding.

Folklore

Na de Tweede Wereldoorlog werden in Twente in de kersttijd de midwinterhoorns weer te voor-schijn gehaald. Maar tot ergernis van een groepje folkloristen gebruikten midwinterhoornblazers steeds meer blikken in plaats van houten hoorns. Toon Borghuis nam het initiatief de Kemissie veur't Mirwinterhoorn blaozen op te richten, die nog steeds bestaat. Deze commissie ging ook wedstrijden tussen kerkdorpen organiseren. Over de manier van blazen ontstond wel eens onenig-heid. Maar door al het gekrakeel kreeg het midwinterhoornblazen weer aandacht. Er is nog nooit zoveel geblazen en geluisterd als in onze tijd.

Karel Borghuis

Na het gymnasium in Oldenzaal ging Karel Borghuis (1927-1992) naar het Amsterdams conservatorium. Dat was het begin van zijn leven als professioneel musicus. Hij bespeelde het orgel en hield zich bezig met kinderkoorzang en kerkmuziek. In Utrecht volgde hij een opleiding schoolmuziek voor het middelbaar onderwijs. Vervolgens werd hij muziekdocent aan het Pius X College te Almelo.

Toon en Karel, beiden beiaardiers

De familie Gelderman schonk in 1930 een carillon aan de gemeente Oldenzaal. Aan Toon Borghuis de schone taak op gezette tijden te zorgen voor nieuwe melodieën op het automatische speelwerk. Ter gelegenheid van de ingebruikname van het carillon dichtte hij: "Forsche grijze toren, Laat Uw klokskens horen over d'oude stee." Tijdens de oorlog mochten klokken niet gehoord worden vanwege het gevaar van in beslagname door de bezetter. Zoon Karel volgde zijn vader op als beiaardier. Hij was één van de eerste gediplomeerde beiaardiers van de Beiaardschool in Amersfoort. In 1967 benoemde de gemeente Oldenzaal hem tot Stadsbeiaardier. 25 Jaar gaf hij als beiaardleraar les aan studenten en stafleden van de Universiteit Twente. Karel componeerde en arrangeerde voornamelijk muziek voor carillon met of zonder blazers. Hij heeft vijf Twentse Beiaardboeken nagelaten. In 1987 kreeg hij daarvoor de Cultuurprijs van de Universiteit Twente. Opgesloten in de toren van zijn geliefde Oldenzaalse carillon wist Karel zich op geheel eigen wijze te bevrijden door het spelen van In naam van Oranje, doe open de poort. Nadat hij in 1987 vervroegd kon uittreden, kreeg hij meer tijd voor andere muzikale bezigheden.