Het St. Josephgebouw

Verzuild verenigingsleven

Tijd van burgers en stoommachines

Eind 19de eeuw kregen de verschillende levensbeschouwelijke stromingen behoefte om zich nadrukkelijker te profileren. Zo ontstonden de rooms-katholieke, protestants-christelijke en socialistische zuil, met daarnaast een algemeen neutrale stroming. Dit proces staat bekend als de verzuiling. Elke zuil richtte zijn eigen vakbonden, verenigingen, scholen, omroep en krant op. De verschillende bevolkingsgroepen werden op deze manier in zekere mate van elkaar gescheiden. Het sociale leven speelde zich voornamelijk binnen de clubs van de eigen zuil af. Dit werd mede in stand gehouden door een sterke sociale controle. Vanaf het einde van de jaren zestig brokkelden de zuilen geleidelijk af.

Rooms‒katholieke zuil

Een belangrijke mijlpaal in het katholieke verenigingsleven was de opening van het nieuwe St. Jozephgebouw aan de Ennekerdijk in 1895. In dit gebouw kregen vele verenigingen onderdak. Onder de stuwende leiding van de geestelijkheid waren er al diverse verenigingen ontstaan en er zouden nog vele volgen, op het gebied van cultuur, ontspanning, sport en woonvoorziening. De geestelijkheid hield via het adviseurschap bij die verenigingen een stevige vinger in de pap. In 1906 gaven zij de aanzet tot oprichting van de toneel- en een zangvereniging Concordia. In 1916 werden de sluimerende muziekverenigen Ons Genoegen en Eensgezindheid samengevoegd tot de de Leo Harmonie. De Leo Harmonie werd in de jaren twintig gesplitst in de RK muziekvereniging St. Stephanus en de Bornse Harmonie. Beide bestaan nu nog, hoewel St Stephanus sinds 1969 Stedelijk Orkest Borne heet. In Hertme werd in 1922 de muziekvereniging St. Gregorius opgericht. Tot op heden is deze vereniging op concoursen zeer succesvol, in het bijzonder de Malletband. Op zondag 11 mei 1919 werd in de bakkerij van de familie Homan de voetbalclub Borne Vooruit opgericht. In 1923 wijzigde deze naam in Nomen Est Omen (NEO). De clubkleuren waren zwart-wit. Begin jaren twintig verhuisde de club naar de Deldensestraat. In 1920 werd de woningbouwvereniging St Jozeph opgericht. Ook kwamen er vrouwenverenigingen, de Katholieke Jonge Vrouwen (KJV) en Katholieke Plattelandsorganisatie (KPO). In 1928 zag tenslotte de gymnastiekvereniging Borne '28 het levenslicht.

Protestants‒christelijke zuil

De opening van het gebouw voor Christelijke Belangen in 1901 was een enorme stimulans voor het protestants-christelijke verenigingsleven. Het gebouw kwam op de plaats aan de Grotestraat waar in 1859 de eerste bijzondere school van Borne was gevestigd. De Christelijke Zang Vereniging Soli Deo Gloria was al in 1898 opgericht. De fietsclub van de Christelijke Jonge Mannen Vereeniging (CJMV, later CJV) ontstond in 1920. De Christelijke Mandolineclub Harpe Davids kwam tot stand in 1923, de eerste uitvoering was op 23 mei 1924. De Bornsche Christelijke Sportvereniging nam op 13 augustus 1932 het nieuwe sportterrein tussen de Oonksweg en de Molenkampsweg (later fabriek van Jonge Poerink) in gebruik. De naam van de vereniging werd later veranderd in Bornse Zaterdag Sportvereniging (BSZV) oftewel De Blauwwitters. De Christelijke Gymnastiekvereniging Door Eendracht Verbonden (DEV) zag het levenslicht op 14 mei 1934. Midden jaren vijftig werd het fanfareorkest De Bazuin opgericht. Deze vereniging heet nu Euregio-Brassband. Ook de christelijke woningbouwvereniging Onze Woning stamt uit deze tijd.

Neutrale zuil

Binnen de liberale of neutrale zuil kwam veel op initiatief van Spanjaard tot stand. Zo werden in 1909 de Bornse Woningbouwvereniging en de gymnastiekvereniging Door Oefening Ontwikkeling (DOO) opgericht. In 1912 werd de Bornse Voetbal Vereniging (BVV) opgericht. De clubkleur was geel-zwart. Het duurde tot 1924 voordat er een definitieve stek gevonden was om te voetballen op het terrein aan de Prins Hendrikstraat. Op deze locatie behaalde Borne jarenlang grote successen en werd ook de accommodatie steeds verder uitgebreid. Het was hier vaak een drukte van belang, met als een van de hoogtepunten een promotiewedstrijd in 1944, waar maar liefst 8.000 toeschouwers getuige van waren.