Mennigjeshave

Havezaten

Tijd van pruiken en revoluties (1700-1800)

In 1732 bezocht een kunstzinnig gezelschap de buitenplaats Mennigjeshave nabij Den Ham. Men werd er gastvrij onthaald door het adellijk paar Frederik Rudolf van Rechteren en Philippina Eleonora van Castell-Rüdenhausen. Eén van de bezoekers memoreerde later: "Als wij daar in den jaare 1732 waren, wierden [wij] op coffie getrakteert en besagen die heerlijke plaats, werdende door tekenmeester C. Pronk dus naar het leven uytgetekent. 't Lijdt seer heerlijk in 't geboomte." Het echtpaar Van Rechteren had het oude Mennigjeshave laten afbreken en er een eigentijds buitenhuis voor in de plaats gezet met "zeer schone laenen en singels". De bewaard gebleven tekening van Cornelis Pronk geeft nog altijd een goede indruk van het 100 jaar later gesloopte landhuis.

Havezate

Mennigjeshave was niet zomaar een aangenaam woonverblijf van de familie Van Rechteren. Aan het huis was de status van havezate verbonden. Dat betekende dat de adellijke bewoner het recht had om als lid van de Overijsselse Ridderschap deel te nemen aan het provinciaal bestuur. In de Staten van Overijssel deelde de Ridderschap de macht met de hoofdsteden Deventer, Kampen en Zwolle. Zo liet genoemde Frederik Rudolf van Rechteren zich twee jaar na de aankoop van de Mennigjeshave in 1696 opnemen in de Ridderschap. Een havezate bood een edelman op deze manier de mogelijkheid om carrière te maken in de politiek en overheidsfuncties te bekleden. Van Rechteren verkoos overigens een militaire loopbaan boven de politiek: hij overleed in 1741 als generaal-majoor.

Adellijke bewoners

Veel havezaten zoals ook Mennigjeshave vonden hun oorsprong in de Middeleeuwen. Als versterkte boerderijen of hoven dienden zij als woonplaats van de landadel. Mennigjeshave komt even na 1400 voor het eerst in de annalen voor. Lange tijd was het in het bezit van de machtige familie Van Essen. Telg Johan van Essen schopte het zelfs tot schout van Salland, één van de belangrijkste functies in dit gewest. De eigenaren van Mennigjeshave hadden veel invloed op Den Ham en omgeving. Zo vervulden zij herhaalde keren de functie van markerichter binnen Den Ham. Via de families Van Besten en Grubbe kwam het goed in handen van de Van Rechterens. De staatsrechtelijk betekenis van de havezate ging in de Franse tijd verloren; de adel maakte niet langer als vanzelfsprekend deel uit van het provinciaal bestuur. De erfgenamen van de familie Van Rechteren verkochten het huis in 1834 voor afbraak. Alleen een boerderij op die plaats houdt de naam nog in ere.

Eerde

Havezaten kwamen voor in Oost-Nederland, de meeste in Salland. Het waren er ooit meer dan 75. De meeste zijn verdwenen, zoals de havezaten Schuilenburg en Egede. In Dalfsen ligt nog het gekoesterde kasteel Rechteren en in Ommen havezate Eerde. Deze laatste lag in het schoutambt Ommen en Den Ham en had op die laatste plaats veel invloed. Zo weigerde ridder Evert van Essen in de 14de eeuw het gezag van de landsheer, de bisschop van Utrecht, te erkennen. Hij eigende zich de landerijen in de omgeving van Eerde toe en maakte het de kooplieden op de Regge moeilijk. De bisschop en de IJsselsteden trokken gezamenlijk tegen hem ten strijde en verwoestten zijn roofslot. Ook zouden ze de versterke plaats Azoelen bij Den Ham met de grond gelijk gemaakt hebben, maar over dat huis is bijzonder weinig bekend. Archeologisch speurwerk is vereist om meer inzicht in de locatie te krijgen. Eerde kwam later in bezit van de Van Twickelo's uit Delden. In 1715 was generaal Johan Warner van Pallandt eigenaar. Deze liet het nu bekende huis bouwen te midden van een groots aangelegd park. Het bosrijke landgoed Eerde met zijn historische landschap Eerder Achterbroek en vele oude boerderijen staat tegenwoordig hoog op de ranglijst van unieke landgoederen in Europa.