Einde van de Tachtigjarige Oorlog

Scholen en kerken sluiten voor katholieken

Noordelijk (Staats) Brabant wordt definitief bezet door de Staten Generaal als bezit van de Republiek der Verenigde Nederlanden. Daarmee eindigen de rechten van de hertog – koning van Spanje – in Staats-Brabant, die alleen zuidelijk Brabant dat Spaans-Brabant genoemd wordt behoudt.

Maar al eerder worden er door de Staten onderdrukkende maatregelen afgekondigd tegen de katholieke godsdienst waardoor Noord-Brabant zwaar getroffen wordt. Al in 1640 moeten de priesters vertrekken. Ook kosters en schoolmeesters worden vervangen door protestanten. De scholaster, de meester van de kapittelschool, vertrekt naar Poppel in Spaans-Brabant. Hij laat daar aan de Straet, de doorgaande weg Beek – Ravels, een huis met een school bouwen. Ook de uitgeweken Beekse notaris en schoolmeester Nouwen en een Poppelse onderwijzer geven er les aan kinderen uit Hilvarenbeek en Esbeek.

In 1642 gaat de grote kerk van Hilvarenbeek over naar de gereformeerden en in 1648 volgt de kerk van Diessen. Beekse kanunniken krijgen van de schepenen van Poppel toestemming om net over de grens bij Roovert in een schuur nabij de huidige grenskapel kerk te houden. Meester Nouwen wordt er ook koster. De katholieken uit Hilvarenbeek en uit Diessen gaan voortaan op hoogtijdagen naar deze kerkschuur.

 

Maar in 1670 wordt het de katholieken in Staats-Brabant toegestaan om in de eigen gemeente een kerkschuur te bouwen, die op generlei wijze de gereformeerden mag storen en waarvoor recognitiegeld, een soort belasting, betaald moet worden. In Hilvarenbeek wordt vanaf nu een schuur van het huis Clossenborgh aan de Koestraat als een kerkschuur gebruikt.

Meester Nouwen brengt ook de school weer terug naar Hilvarenbeek en wel in het Sterrenhuys aan de Marktplaats (nu Vrijthof nr. 25, het grote huis met de smeed- ijzeren sterren boven in de gevel). Nouwen sterft in 1681 en krijgt nog een opvolger uit Arendonk in Spaans Brabant. Dat is de laatste katholieke schoolmeester tot in de Franse tijd de religies gelijkgesteld worden.

In 1686 stort de grenskerk in en wordt in Diessen voortaan gekerkt in een boeren- schuur aan het Laar “buiten het oog en passage van eenieder”.

 

In 1722 wordt het de katholieken in Hilvarenbeek toegestaan een stenen kerkschuur te bouwen, maar niet in de buurt van de grote Petruskerk die in protestantse handen is, met in elk gebint een raam, niet ovaalsgewijs als in de kerken". "Voorts mag men geen uiterlijke sieraden aanbrengen die tot ergernis of aanstoot van de gereformeerden kunnen leiden”. Er wordt een nieuwe kerkschuur gebouwd aan de Koestraat.

De boerenschuur van leem en hout in Diessen is in 1736 zo slecht geworden dat de katholieken het verzoek doen om op dezelfde plaats ook een stenen kerkschuur te mogen bouwen. Dat wordt toegestaan; “de kerkschuur mag lang worden 82 voeten [25,7 m], breed 40 voeten [12,5 m] en de hoogte der muren 14 voeten [4,40 m] en de gevel 22 voeten [6,90 m]; alles in steen opgetrokken met een rieten dak, vierkante ramen en de deuren naar proportie. De kosten zouden moeten worden gedragen door particulieren.” Aldus geschiedt, maar het nieuwe bouwsel is binnen 20 jaar al zo slecht dat het weer vernieuwd moet worden.

 

Lees verder

In de Bataafse Staatsregeling van 1798 worden alle kerkelijke gezindten gelijkgesteld. Veel oude kerken worden daarna teruggegeven aan de katholieken. De drie hervormde inwoners van Diessen, de schoolmeester met zijn zuster en hun oude moeder geven de Willibrorduskerk terug aan de katholieken. In Hilvarenbeek, waar 80 gereformeerden wonen (en circa 2.000 katholieken), verloopt de overdracht een stuk trager. Er moest 25.000 gulden "recognitiegeld" - een erkenningsbelasting - betaald worden om de kerk en de pastorie weer in bezit te krijgen. Pas na twee jaar wordt in de grote Petruskerk weer een mis opgedragen. De kerkschuur aan de Koestraat wordt in 1807 gesloopt.

Onder Lodewijk Napoleon, de eerste koning van Holland, wordt in 1809 aan de hervormden ter compensatie een kleine kerk aan het Marktveld gegeven. Zulke protestantse kerkjes, die we verspreid over heel Brabant aantreffen worden naar de koning “Lodewijkskerken” genoemd. 

 

Literatuur

Hans Schoenmaker, “De kerkschuren van Diessen”. In: Tussen Paradijs en Toekomst nr. 110 (2020) p.

Jef van Gils, De schuurkerken van Hilvarenbeek. In: Brabants Heem jaargang 36 (1984), nr. 21, p. 57  ....