Wederdopers op het Zwarte Water

De Reformatie

Tijd van ontdekkers en hervormers

In Zwartewaterland wordt, uitzonderingen daargelaten, de zondagsrust in ere gehouden, zeker in Genemuiden. Een groot aantal gelovigen bezoekt één van de meer dan tien gereformeerde of hervormde kerken. Als enige van de drie kernen heeft Hasselt daarnaast nog een katholieke kerk. De massale keus voor het protestantse geloof in Zwartewaterland vindt zijn oorsprong in de tijd van de Reformatie. Een onrustige periode, zeker toen in 1534 boten met zo'n 3.000 wederdopers het Zwarte Water opvoeren.
Al in de 15de eeuw was het onrustig binnen de roomskatholieke kerkgemeenschap in Europa. Steeds sterker werd de kritiek tegen pastoors en priesters die zich niet meer hielden aan de leefregels die ze de gelovigen oplegden. Velen van hen leidden een liederlijk leven en waren geldbelust. Daarmee verloren ze hun geloofwaardigheid en dat schaadde uiteindelijk ook de reputatie van de kerk. In de Nederlanden kwam een tegenbeweging op, de Moderne Devotie, die onder invloed van onder andere Geert Groote en Thomas a Kempis, het tij wilde keren.
Ook langs het Zwarte Water werden kleine leefgemeenschappen van leken opgericht, de "broeders en zusters van het Gemene ('gewone') Leven". Hun aanhangers leefden niet alleen sober en kuis, maar hadden ook oog voor de noden van de armen en zieken uit hun omgeving.
Maar de kritiek bleef. In 1517 spijkerde Maarten Luther, een Duitse augustijner monnik, zijn befaamde 95 stellingen op de deuren van de kerk van Wittenberg. De rooms-katholieke kerk was toe aan een grondige hervorming, vond hij.

De wederdopers

Aanvankelijk was het oogmerk van protesterende voormannen als Luther en Calvijn niet om met de oude katholieke kerk te breken, maar om deze te hervormen. Pas toen dat niet lukte kwamen bewegingen op die wel degelijk een breuk voorstonden. De eersten die dat aandurfden waren de wederdopers. Kinderdoop had voor hen geen waarde omdat de kinderen daarover niet zelf hadden beslist. Pas een doop op volwassen leeftijd werd door de wederdopers erkend. De later bij uitstek vreedzame beweging van de dopers probeerde in de beginjaren (omstreeks 1530) met het zwaard het koninkrijk Gods op aarde te vestigen. Hun "hoofdstad" was Münster. Ook in Holland en Friesland hadden de wederdopers veel aanhang.

Genemuiden: korte metten met de ketters

In 1534 staken vanuit Holland 27 schepen van wal met 3.000 gewapende volgelingen van de wederdopers. Ze waren van plan om via het Bergklooster bij Zwolle naar Münster te varen. De bestuurders van Hasselt en Genemuiden werden er tijdig van op de hoogte gesteld dat de schepen via de Zuiderzee het Zwarte Water op zouden varen. De doorvaart van "de ketters" moest tegen elke prijs worden voorkomen. In eendrachtige samenwerking overmeesterden troepen uit onder andere Genemuiden, Kampen en Zwolle de schepen. Die werden vervolgens in de haven van Genemuiden aan de ketting gelegd. De mannen werden gevangengenomen of overboord gegooid. De vrouwen en kinderen gingen vrijuit. Na de berechting van de wederdopers werden de schepen met de overgebleven passagiers terug naar Holland gestuurd.

Hasselt: met paard en wagen de kerk binnen

Ook in Hasselt leefde onder het volk ongenoegen over de kerkdienaren. In 1529 verstoorden jongelui er een vesperdienst door met paard-en-wagen de kerk binnen te rijden en een stuk van de preekstoel af te breken. Al even baldadig was de Hasseltenaar die tijdens een dienst een bezem in het wijwatervat doopte en daarmee het kerkvolk besprenkelde. Zelfs de zusters van het klooster in de stad werden niet met rust gelaten. Jongeren klommen over de muren van het klooster, stalen er appels en kippen en poepten in een harington van de zusters. Maar de onvrede was niet beperkt tot een aantal lastposten. In Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis liep het kerkbezoek terug en zelfs de notabelen namen het niet zo nauw meer met de kerkgang op zondag.

Zwartsluis: reformatorische roerselen

Omstreeks 1550 kreeg de katholieke kerk er een serieuze concurrent bij. In de Nederlanden hadden velen zich bekeerd tot het geloof van de calvinisten. Waarschijnlijk vonden in Zwartsluis al vroeg reformatorische bijeenkomsten plaats. Een stadsbestuurder uit Hasselt werd in 1563 verdacht van calvinistische ideeën omdat hij bij een bijeenkomst "an der Sluijs" zou zijn geweest. Enkele jaren later mocht de oude pastoor van Zwartsluis alleen zijn diensten voortzetten als hij zich zou gaan voorbereiden op een examen in de calvinistische theologie. De geloofsstrijd in de Nederlanden verhardde zich en zou uiteindelijk tot een uitbarsting komen tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648). Tijdens die oorlog moesten de bestuurders en de bevolking van Genemuiden, Hasselt en Zwartsluis kiezen tussen het oude katholieke geloof en het nieuwe protestantse geloof van de calvinisten. Uit de geloofsrichting van de huidige kerken in Zwartewaterland, valt af te leiden hoe die keuze uitviel.