Willem Wilmink

Volksschrijvers uit Enschede

Tijd van wereldoorlogen

Het is het eindpunt van de trein,
bijna geen mens hoeft er te zijn,
bijna geen hond gaat zover mee:
Enschede.

In Willem Wilmink's werk (1936-2003) zijn veel indrukken uit de oorlog en de liefde voor zijn geboortestad Enschede terug te vinden. In Amsterdam, waar hij Nederlands studeerde en doceerde aan de Universiteit, voelde hij zich een migrant. Aan het eind van zijn leven woonde hij weer in Enschede, in zijn oude straat, de Javastraat.
Wilmink had een hekel aan elitaire kunst en bestudeerde ook volksliederen, kinderliedjes en smartlappen. Muziek was belangrijk voor hem. Hij speelde zelf accordeon en trad op met groepen als Jakkes en Quasimodo. Harry Bannink maakte veel van de arrangementen bij zijn teksten. Wilmink schatte zijn emotionele leeftijd op elf jaar. Iedereen begrijpt wat hij schreef. Veel mensen kennen zijn werk van de televisie: de Stratemaker-op-zee-show en Het Klokhuis. Wilmink was een tovenaar met taal. Van veel beroemde liedjes weten de luisteraars vaak niet dat Willem Wilmink de tekst schreef. "Ach, zou die school er nog wel zijn, kastanjebomen op het plein" ("De oude school" gezongen door Don Quishocking); "Ik weet waar een café is, biljart en een tv is" ("Adieu café" gezongen door Herman van Veen). Wilmink's oeuvre is groot en breed. Hij schreef gedichten en verhalen voor volwassenen en voor kinderen, teksten voor cabaret en televisie en een cursus over het schrijven van gedichten. Hij vertaalde gedichten en prentenboeken uit het Duits, Engels, Frans en Zuid-Afrikaans. Hij ontving voor zijn werken voor kinderen een Zilveren en een Gouden Griffel en de Theo Thijssenprijs. Voor zijn werk voor volwassenen ontving hij de Hendrik de Vriesprijs. Hij kreeg de Johanna van Burenprijs voor het bevorderen van het gebruik van het Neder-Saksisch en de Johnny van Doornprijs voor de gesproken letteren.

Cato Elderink (1871-1941)

Als verpleegster voor TBC-patiënten kwam Cato Elderink veel op het platteland waar ze veel over volksverhalen geschiedenis en gebruiken hoorde. Ze schreef die op in het Enschedese "burgerplat". Aan Ko van Deinse had ze een goede gespreksparner toen ze haar gedichten en verhalen ging publiceren: o.a. "Oet et laand van aleer: Twenther vertelsels" (1921) en "Twenther leu en laand en lèven" (1937), een echt standaardwerk, waarin ze in drie hoofdstukken (In de veldgroond, Op 'n esch, Et stadslèven) de geschiedenis van Enschede en omgeving weergaf.

Harry Bannink

Bannink (1929-1999) begon zijn muzikale carrière in een dansorkestje, aan het eind van de Tweede Wereldoorlog. Hij verzorgde de muziek van "Een avond met Wim Sonneveld". Het eerste liedje van Annie M.G. Schmidt dat hij toonzette, was het door Conny Stuart gezongen "Hoezepoes". Vele andere liedjes zouden volgen, waaronder alle liedjes uit "'t Schaep met de 5 pooten" en "Ja zuster, nee zuster". Hij schreef onder andere ook muziek voor Wieteke van Dort. Van zijn hand is de muziek van "Heerlijk duurt het langst" uit 1965. In het kleuterprogramma "De Film van Ome Willem" zat hij als "hoofd-geitebreier" van het orkestje jarenlang achter de piano. Hij heeft vele liedjes van het jeugdprogramma "Het Klokhuis" van melodieën voorzien. Ook voor de jeugdprogramma's "De Stratemakeropzeeshow" en "J.J. De Bom voorheen De Kindervriend" schreef hij talloze liedjes. Om de toonzetter en theaterman Harry Bannink te eren is er in zijn geboorteplaats Enschede een straat naar hem vernoemd. Een beeld van hem en Willem Wilmink staat in het Wilminktheater.

Henk Elsink

Elsink (Enschede 1935) kwam in 1956 bij Tom Manders in Saint-Germain-des-Prés en werkte daarna mee aan televisieprogramma's zoals "Capriolen", "Schertsboek" en "Ad Ladin en de Wonderlamp". In het begin van de jaren zestig heeft hij twee seizoenen meegedaan in het ABC-cabaret van Wim Kan en Corry Vonk. Vanaf 1963 startte Elsink op de radio met zijn programma "Vrij Entree" waarin hij vele bekende gasten uit de theater- en televisiewereld ontving, zoals Wim Sonneveld, Leen Jongewaard, Frans Halsema en Jenny Arean. In 1969 was de honderdste uitzending en stopte het programma.
Daarna ging Elsink het theater in met onemanshows. Enkele nummers uit deze shows haalden zelfs de hitparade: "Harm met de harp" (in 1969), "De supporter" (in 1970) en "Johanna" (in 1973). Ook een aantal conferences zijn tijdloos geworden (De Bom, De lift). Registraties van deze shows werden na afloop vaak op televisie uitgezonden en bereikten steevast hoge kijkcijfers. Voor zijn shows ontving hij in 1973een Gouden Harp (uitgereikt door de stichting Conamus). In 1988 verhuisde hij naar Mallorca en begon met het schrijven van thrillers onder het pseudoniem Elsinck. Zijn boek over de vliegramp in Tenererife werd geroemd om de sterke opbouw en de fijnzinnige dialogen. Sinds 2005 woont hij op een boerderij in Baarn.