Strijd tegen Spanje

De Nederlandse Opstand in Overijssel

Tijd van ontdekkers en hervormers

Een Spanjaard de baas

De Spaanse koning Filips II (de tweede) was vanaf 1555 de baas over de Nederlanden. Hij was een strenge koning. Filips wilde alles zelf beslissen. Ook vond de koning dat alle inwoners katholiek moesten zijn. Net als de hijzelf. Veel mensen hadden juist moeite met het katholieke geloof. Zij waren tegen het vereren van beelden in de kerk. Deze mensen werden protestanten genoemd. Filips II liet de protestanten streng straffen.

Opstand

"Zo kan het niet langer", dacht een aantal mannen in Nederland. Eén van hen was Willem van Oranje. Die ken je misschien uit ons volkslied. Willem en zijn vrienden waren van adel en protestant. Ze wilden niet dat de koning in zijn eentje de baas speelde in Nederland. En ze vonden dat de koning moest stoppen met het straffen van protestanten. Filips II werd erg boos toen hij hoorde wat Willem en zijn vrienden wilden. Dat zou nooit gebeuren! Daarom kwamen de mannen in opstand tegen hun koning.

Oorlog

Na 1566 liep het uit de hand. De protestanten maakten de beelden in veel katholieke kerken kapot. Woedend stuurde de koning een groot leger naar de Nederlanden. Vanaf dat moment waren de Nederlanden en Spanje in oorlog. In Overijssel misdroegen de Spaanse soldaten zich verschrikkelijk. Daarom koos Overijssel in 1578 de kant van Willem van Oranje.

Verschrikkelijke jaren

In de jaren die volgden werd er veel gevochten in Overijssel. De boeren hadden er veel last van. Soldaten roofden de oogst en staken boerderijen in de brand. Ook de steden hadden te lijden onder de oorlog. Soms omsingelden de Spanjaarden of de opstandelingen een stad. Dan wachtten ze vaak net zo lang tot er geen eten meer in de stad was en de bewoners zich overgaven. Soms werden de steden ook aangevallen. Soldaten doodden bij de aanvallen veel bewoners. Pas in 1626 waren de opstandelingen de baas in alle Overijsselse steden.