Dominee Ph.J. Hoedemaker

Industrialisatie en kinderarbeid

De Veenendaalse dominee Ph.J. Hoedemaker schreef in 1875 een boekje tegen de kinderarbeid in de textielindustrie. Kinderarbeid was niets nieuws: in de landbouw waren eeuwenlang de kinderen ingeschakeld bij het lezen van de aren, het wieden in de moestuin, het weiden van het vee en dergelijke klusjes. Toen was dat een economische noodzaak waar niemand zich druk over maakte. Ook in de industrie was het inkomen van de kinderen belangrijk voor het gezin. Het waren vooral de lange uren, de gevaarlijke en soms ongezonde werkomstandigheden die het protest tegen het inschakelen van jonge kinderen in de fabrieken ingaven.

In de loop van de negentiende eeuw groeide de bevolking van Nederland. Er was vraag naar producten en voedsel en dat zorgde voor een groeiende economie. De koloniën leverden goedkope grondstoffen en vormden grote afzetmarkten. De uitvinding van de stoommachine veroorzaakte een groei van de productie en vele nieuwe uitvindingen moderniseerden de maatschappij: de communicatie omspande de wereld na de uitvinding van de telegraaf en later de telefoon, chemische fabrieken produceerden nieuwe grondstoffen en eindproducten. De maatschappij veranderde ingrijpend. Nederland bleef aanvankelijk wat achter in deze industriële revolutie, maar vanaf de tweede helft van de negentiende eeuw werden hier ook steeds meer industrieën gevestigd. Utrecht profiteerde daar ook van. Zo ontstonden er textiel- en sigarenfabrieken in Veenendaal, zilverindustrie in Zeist (1904), een zeeppoederfabriek in Den Dolder (1902), een rijwielfabriek in Rhenen en op vele plaatsen kleine industrie, zoals een baconfabriek in Driebergen. Langs de Lek waren diverse steenfabrieken gevestigd.

De arbeidsomstandigheden waren niet overal even gunstig. Fabrieken waren vaak vuil en het werk gevaarlijk. Ook de thuiswerkers, die halfproducten aanleverden aan de fabrieken of kleinschalige productie draaiden maakten vaak lange dagen. Soms werd het hele gezin ingeschakeld. In 1892 werd door de overheid een speciale commissie ingesteld, die onderzoek deed naar kinderarbeid. Ondanks het protest van dominee Hoedemaker bleken de omstandigheden in Veenendaal minder slecht dan in sommige andere plaatsen.