Oosterspoorlijn

De Inktpot

De Oosterspoorlijn zou aanvankelijk aangelegd worden over het Zocherplantsoen. De HIJSM had in 1869 concessie aangevraagd voor een tracé over het Wolvenburg, het Lepelenburg, het Lucas Bolwerk en het Hieronymusplantsoen. B&W van Utrecht hechtten grote waarde aan het niet lang daarvoor aangelegde Zocherplantsoen en maakten bezwaar. Deze parkengordel was belangrijk voor de gezondheid van de bevolking in de binnenstad. De concessie was echter al door de Minister verleend, vanwege het 'algemeen belang'. De enige optie was te onderhandelen met de HIJSM zelf over een alternatief tracé iets ten oosten van de singel.

De Utrechters zelf waren ondertussen op de hoogte en protesteerden massaal met intekenlijsten. Ook de Gezondheidscommissie maakte bezwaar, evenals de directie van de gevangenis op het Wolvenplein. Buys Ballot die op het bolwerk Manenburg het KNMI gevestigd had, waarschuwde voor negatieve effecten van de trillingen van voorbijrijdende treinen. Uiteindelijk werd een compromis bereikt met de aanleg van het alternatieve tracé, waarvoor wel een deel van de kop van de Maliebaan opgeofferd moest worden. Ook werd de gemeente verplicht op eigen kosten een stationsstraat (de Van Oldenbarneveldtstraat) aan te leggen ter ontsluiting van het Maliebaanstation.