De auto van Prins Bernard
Bij de vijfentwintigjarige herdenking in 1970 werd in Achterveld het monument 'Bijna Vrij!' onthuld. Een van de sprekers was de toen zeer bekende historicus dr. L. De Jong. Prins Bernhard vertelde bij deze gelegenheid dat hij indertijd zijn best had gedaan om zo onbeschoft mogelijk te zijn: hij had o.a. geweigerd Duits te spreken. Hij arriveerde in de lievelingsauto van Seyss-Inquart, een zwarte Mercedes met kenteken RK-1. Deze auto was gestolen door een 16-jarige jongen uit het verzet en werd op 23 april 1945 in bevrijd Zutphen gevonden. Er is geen antwoord op de voor de hand liggende vraag hoe de auto door de frontlinie was gekomen. De auto werd naar Eindhoven gebracht, gerepareerd en voorzien van een geallieerde ster. Bij de Voedselconferentie in Achterveld en op 5 mei bij Hotel De Wereld in Wageningen arriveerde prins Bernhard pontificaal met deze auto.