Withoos

Jacob van Campen

Jacob van Campen was bevriend met de Amersfoorter Johannes Withoos. Van Campen ontdekte al vlot dat Matthias, de in 1627 geboren zoon van Johannes, een groot schilderstalent bezat. De familie Withoos kwam regelmatig op visite op Randenbroek en daar kreeg Matthias schilderles. Van Campen trainde hem in stadsgezichten. Als twintigjarige werd Matthias lid van het schildersgilde in Amersfoort en maakte een studiereis naar Italië. Daar trok hij de aandacht van een kardinaal, die hem vele opdrachten gaf. Hij werd vooral bekend door de gedetailleerde afbeelding van planten en dieren op zijn schilderijen.

Na vier jaar keerde Matthias naar Amersfoort terug. Hij was vlak voor zijn vertrek getrouwd en kreeg nu in snel tempo zeven kinderen. Vijf van hen werden ook schilder. Matthias was een harde werker, die weinig in de herberg te vinden was. Dat legde hem geen windeieren. Hij bracht het onder meer tot lid van het Amersfoortse stadsbestuur. In 1671 schilderde hij in opdracht van datzelfde stadsbestuur een enorm gezicht op Amersfoort. Het doek van 2,5 x 4,5 meter bevindt zich nog steeds in museum Flehite. Withoos vluchtte toen de Fransen in 1672 de Republiek binnenvielen naar Hoorn. Vooral, zo zei hij, om zijn dochters niet in handen van de soldaten te laten vallen. Daar overleed hij, door jicht geplaagd, in 1703.