Cultureel erfgoed

De Tweede Wereldoorlog was net achter de rug toen vierenveertig landen besloten om een educatieve en culturele organisatie op te zetten met als doel een volgende oorlog en de daaruit voortvloeiende schade te voorkomen. Op 16 november 1945 richtten 37 landen de Unesco (United Nations Educational, Scientific and Cultural Organization) op.

Unesco is vooral bekend vanwege de Werelderfgoedlijst. Op deze lijst staan zowel natuurerfgoed en cultuurerfgoed. Suriname kwam in 2000 voor het eerst op het lijst te staan met het Centraal Suriname Natuurreservaat. Daar zijn diverse planten- en diersoorten te vinden die wereldwijd bedreigd worden met uitsterven. Ook de historische binnenstad van Paramaribo kwam in 2002 op de lijst terecht omdat het een uniek voorbeeld is van het contact tussen de Europese cultuur en Zuid-Amerikaanse omgeving in de 16e en 17e eeuw, terug te zien in de bijzondere architectuur.

Maar we bezitten allemaal cultureel erfgoed. Soms niet tastbaar, zoals verhalen die van generatie op generatie worden doorgegeven. Hier vind je vaak veel geschiedenis in terug: orale historie. Deze moet worden vastgelegd. Vraag je oma eens naar hoe haar leven vroeger was. Je zult het heel spannend vinden.

Soms is het erfgoed wel tastbaar: zoals voorwerpen van je oma of opa. Een oude foto, een handgemaakte stoel, een brilletje, of de matapi waarin ze haar geraspte cassave deed. Haar maalsteen? Haar oude angisa? Van elke bevolkingsgroep zijn er voorwerpen die gekoppeld zijn aan hun geschiedenis, misschien hoe we hie samenkwamen in Suriname.

Als een voorwerp ouder is dan honderd jaar, noemen we het antiek. Vaak hebben we de neiging om oude spullen weg te gooien, maar aan elk voorwerp hangt een verhaal. En als dat verhaal interessant, bijzonder of belangrijk genoeg is, is het goed ook het voorwerp te bewaren. In het museum bijvoorbeeld.