De patriotten

In opstand tegen de stadhouder

Als iemand ergens de macht over heeft heb je altijd voor en tegenstanders, zo waren de patriotten tegen het Nederlandse republiek. De patriotten kwamen in opstand tegen de stadhouder omdat zij vonden dat er meer inspraak van het volk zou moeten zijn. Dit gebeurde onder invloed van nieuwe denkbeelden over politiek, godsdienst, economie en sociale verhoudingen en dit werd ook wel de verlichting genoemd.

Nederland is ooit een republiek geweest, de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden. Dat was van 1588 tot 1795. In dat laatste jaar werd Nederland bezet door Frankrijk. Pas in 1806 werd het een koninkrijk, met een koning of een koningin aan het hoofd dus. Tijdens de Republiek stond er geen koning aan het hoofd, ook geen president, maar een zogenaamde stadhouder. Dat heeft niets met een stad te maken, maar is een oud woord voor plaatsvervanger, oorspronkelijk van een vorst. Toen Nederland onafhankelijk werd, werd het een zelfstandige functie en is die naam aangehouden. De stadhouder was een prins van Oranje.

Het heeft een bijdrage geleverd aan de rechtsstaat en de parlementaire democratie omdat: zij in opstand kwamen tegen de stadhouder. Zij waren het niet met hem eens en zorgde verandering. Ze wouden meer macht en kregen deze ook, de rijke mannen zorgde voor meer inspraak en uiteindelijk ook voor stemrecht.