De Roomsch-Katholieke Staatspartij

De Roomsch-Katholieke (RKSP) was een Nederlandse politieke partij en werd officieel op 3 juni 1926 opgericht uit de RK-verkiezingen van de Algemene Bond. De Algemene bond was opgericht in mei 1904 naar de ideeën van de inmiddels overleden Herman Schaepman (1903). De RKSP was een partij met een centrale positie. Dit kwam doordat de RKSP een zitting had in alle kabinetten tussen 1918 en 1945.
De RKSP was gebaseerd uit normen uit de bijbel. Op het sociale vlak was de pauselijke encycliek Rerum Novarum uit 1891 heel belangrijk. Dit deden ze omdat ze een meer sociale samenleving wilde krijgen. Het socialisme werd door de RKSP sterk afgewezen.
De Bijbelse normen die voor de aanhangers van de RKSP belangrijk waren, waren vooral het familierecht, de zondagsrust en het tegengaan van alcoholisme. Op het sociaaleconomische gebied was de inrichting van de staat ook belangrijk. Er moest een goed overleg zijn over de samenwerking van werkgevers en werknemers. De arbeids- en de sociale wetgeving moest volgens hun ook worden verbeterd en uitgebreid. Ze vonden vooral dat grote gezinnen meer aandacht moesten krijgen, ze waren dus ook een voorstander voor de invoering van de kinderbijslag.
Eind jaren 30 wilden steeds meer mensen van de RKSP een actievere rol van de overheid zien in de economie. Over defensie wilde de RKSP een defensie hebben die voor de veiligheid kan zorgen in de samenleving (niets extreems). Het bestuur in Nederlands-Indië moest blijven, maar het volk moest wel voorbereid worden op meer zelfstandigheid.
De Roomsch-Katholieke Staatspartij heeft een bijdrage aan de rechtsstaat en parlementaire democratie geleverd, omdat door het ontstaan van de RKSP er een basis is gelegd voor de katholieke partijen in Nederland die er nu nog steeds zijn. (CDA)