Pacificatie

Aan het eind van de 19e eeuw was Nederland erg verdeeld geraakt. Nederland verzuilde in vier zuilen:
- Socialisten
- Liberalen
- Katholieken
- Protestanten
(de katholieken en de protestanten waren samen de confessionelen.)
Alle verschillende zuilen hadden een eigen mening over hoe het moest gaan in Nederland. Ze waren amper bereid om met elkaar samen te werken of te overleggen. In 1917 gebeurde dit weer voor de eerste keer. Dit door middel van de pacificatie van 1917.

Het woord pacificatie betekent simpel weg: vredesluiting. De pacificatie van 1917 was een compromis tussen de socialisten en de confessionelen waarbij voor de socialisten in Nederland mannen algemeen kiesrecht kregen en vrouwen passief kiesrecht (vrouwen kregen pas twee jaar later algemeen kiesrecht). Voor de confessionelen kwam een einde aan de jarenlange schoolstrijd. De confessionelen en de socialisten kregen dus nu elkaars steun.

Alle mannen ouder dan 23 jaar hadden nu het recht om te stemmen. Ook hadden nu de bijzondere scholen (katholieke en protestantse scholen) financiële steun van de overheid, net zoals de openbare scholen. Vrouwen kregen dus passief kiesrecht, dat betekent dat zij zichzelf wel verkiesbaar mochten stellen of een politieke partij konden oprichten maar nog niet zelf mochten stemmen in de politiek. In 1919 kregen ook vrouwen algemeen kiesrecht.
Er waren conferenties belegd tussen de leiders van alle verschillende zuilen, om tot deze pacificatie te komen.

In de jaren zestig van de 20e eeuw stopte Nederland met verzuilen. Dit kwam vooral door de komst van de televisie en door de ontkerkelijking.