Tweede feministische golf

De tweede feministische golf speelde zich af in de jaren 60, 70 en 80 van de 20e eeuw. Tijdens de eerste feministische golf hadden vrouwen al veel bereikt, maar nog steeds werden vrouwen achtergesteld. Vrouwen konden nu bijvoorbeeld wel werken, maar vanaf dat ze in het huwelijk traden moesten ze stoppen om te zorgen voor de kinderen en het huishouden. Ook hadden ze nog langer na niet de zelfde rechten als mannen.

De tweede feministische golf begon wederom in de verenigde staten en waaide over naar Europa. Opnieuw waren politiek, onderwijs en arbeid belangrijke aandachtspunten. Nieuwe belangrijke onderwerpen waren seksualiteit, huwelijk en gezin.

De organisatie Man-Vrouw-Maatschappij werd in 1968 opgericht. Deze zette zich vooral in voor gelijk salaris voor gelijk werk en roldoorbreking. Spontaan verschenen er een jaar later de Dolle mina’s. Zij maakten gebruik van speelse acties die veel in het oog liepen. De Dolle mina’s zijn opgericht door een groep studenten en verspreidde zich in razend tempo uit over heel Nederland. In het eerste jaar organiseerde ze bijna wekelijks acties en vergaderingen door heel het land zoals de actie ‘baas in eigen buik’. Er Kwamen uiteindelijk veel meer actiegroepen die zich inzetten voor vrouwen zoals: Paarse september, wij vrouwen eisen en de bonte was. Hierdoor verdween de actiegroep Dolle mina naar de achtergrond.

De tweede feministische golf had veel resultaat geboekt. Zo kwam er zogenaamde moedermavo’s omdat vrouwen op het gebied van scholing nog iets in te halen hadden. Ook kwam er in 1981 een wet die zorgde dat vrouwen abortus mochten plegen. Vrouwen konden er nu ook voor kiezen om als alleenstaande moeder door het leven te gaan of om een lesbische relatie aan te gaan. De wet Gelijke Behandeling trad in 1992 in werking. Dit betekend dat er geen verschil gemaakt mag worden tussen mannen en vrouwen bij bijvoorbeeld sollicitatieprocedures, promoties, toegang tot opleidingen, personeelsadvertenties, arbeidsvoorwaarden, ontslag etc.