Twee soorten veen
Veen bestaat uit de resten van planten. Er zijn twee soorten: hoogveen en laagveen. Hoogveen bestaat uit de resten van veenmos. Dit plantje groeit in kussens. Terwijl het van onderen afsterft, groeit het aan de bovenkant. Als dit eeuwenlang doorgaat ontstaat een metersdikke laag veen.
Laagveen bestaat uit onverteerde plantenresten en groeit in moerasgebieden. Door de hoge waterstand verteren de plantenresten niet. De dode planten stapelen zich op tot een dikke laag veen.
Veen wordt turf
Als veen droog komt te liggen omdat het water wordt afgevoerd, ontstaat turf. Turf wil goed branden, je kunt er heel goed huizen en fabrieken mee verwarmen. Vanaf de eerste helft van de 17e eeuw werd begonnen met het op grote schaal afgraven van veen.
Het ontstaan van Alteveer
In 1625 verkochten de boeren van Ten Arlo en Steenbergen een groot deel van hun veengebied. Door het graven van de Hoogeveense Vaart kon de turf worden afgevoerd naar het westen van ons land waar grote vraag was naar brandstof. In dit gebied ontstond Hoogeveen.
Ook het veengebied dat de boeren behielden werd in de 17e en 18e eeuw afgegraven. Vanuit Hoogeveen werd een kanaal in zuidelijke richting gegraven. Vanuit deze Zuidwolder Sloot werden op regelmatige afstand zijkanalen gegraven, wijken genoemd. Dit graafwerk gebeurde handmatig. Op de afgeveende grond werden langs de Zuidwolder Sloot kleine boerderijtjes gebouwd. Zo ontstond een langgerekt dorp met de naam Alteveer.
De 19e eeuw
De bevolking groeide en daardoor nam de vraag naar turf steeds meer toe. Door verlenging van de Zuidwolder Sloot kon ook het veengebied van Kerkenbosch afgegraven worden. Op dit Kerkenbovenveen ontstond het dorp Kerkenveld.
Aan de zuidrand van Zuidwolde kon het veen worden afgegraven nadat de Dedemsvaart was gegraven. Hier ontstond Drogteropslagen.
De Veeninger boeren lieten in het begin van de 19e eeuw vanuit de Hoogeveense Vaart de Veeninger wijk graven. Daardoor werd het mogelijk hun veengebied ten zuiden van de Meppelerweg af te graven. Naderhand werd de wijk doorgetrokken op de scheidslijn van het Drogterveen en de Bloemberger slagen. Langs dit deel van de wijk ligt nu Fort.
Na de vervening
Nadat de turf afgegraven was, werd de ondergrond geschikt gemaakt voor agrarisch gebruik. In Fort en Drogteropslagen kwamen er vooral kleine boerenbedrijven. Maar in Kerkenveld vestigden zich ook kapitaalkrachtige boeren uit Groningen. Zij legden zich toe op akkerbouw, vooral op de teelt van fabrieksaardappelen.