Marius Tonckens

Een burgemeester met een groot hart

Bij zijn afscheid als burgemeester van Zuidwolde in 1934 werd Marius Tonckens (1865 - 1957) geroemd als 'een der beste burgemeesters van Drenthe' en dat het wel niet mogelijk zou zijn een betere te vinden voor Zuidwolde. Tijdens zijn tijd als eerste burger van Zuidwolde, van 1898 tot 1934, deden zich grote veranderingen voor op allerlei gebieden, waarbij Tonckens een stimulerende en sturende rol vervulde.

Marius Tonckens stamt uit een vooraanstaande Drentse familie van burgemeesters, advocaten en notarissen. Zijn vader was notaris in Hoogeveen, zijn drie oudere broers hadden een juridische opleiding gevolgd en bekleedden openbare ambten. Marius was geen studiebol. Na zijn hbs-tijd in Meppel was hij daar als vrijwilliger werkzaam op de secretarie van de gemeente. Hij leerde er de fijne kneepjes van het gemeentelijk bestuur en de gemeentelijke administratie in de praktijk. Hij bleef ongehuwd.
Na zijn ambtsperiode bleef Tonckens tot op hoge leeftijd bestuurlijk actief in maatschappelijke organisaties. En ook na zijn overlijden bleef hij invloed houden op de Zuidwiger samenleving via de Stichting Het Marius Tonckensfonds.

Wegpionier van Zuidwolde
In 1898 was Zuidwolde via klinkerwegen verbonden met Meppel, Hoogeveen en Dedemsvaart. De enige andere verharde weg was de weg van Ten Arlo naar Echten. Alle overige wegen waren onverhard. Toen Tonckens in 1934 afscheid nam als burgemeester waren alle buurtschappen met het hoofddorp verbonden met een verharde weg. Ook waren veel zandwegen aangelegd en/of verbeterd. De pogingen om een treinverbinding te realiseren van Deventer via Raalte en Ommen naar Hoogeveen, met een station in Zuidwolde, werden door Tonckens van harte gesteund, maar slaagden niet. Wel konden de inwoners van Zuidwolde vanaf halverwege de jaren '20 van de vorige eeuw volop met de bus. Aanvankelijk waren dit wilde diensten, maar na het instellen van een vergunningstelsel voor lijndiensten verzorgde de LABO (later DABO) vanaf 1927 het autobusvervoer op de lijn Meppel-De Wijk-Zuidwolde-Hoogeveen. Kort erna kwam er ook een lijn richting Dedemsvaart en verder. De gemeente verleende een jaarlijkse subsidie, bedoeld voor het vervoer van schoolkinderen.

Nutsvoorzieningen
Een geregelde postvoorziening kende Zuidwolde al vanaf halverwege de 19e eeuw. Door voortschrijdende techniek werd er voldaan aan de behoefte om op snellere wijze berichten over te brengen. De opening van de spoorlijn Meppel-Groningen bood inwoners van Zuidwolde de mogelijkheid vanuit de stationsgebouwen in Koekange, Echten en Hoogeveen telegrammen te versturen.

Een andere moderne ontwikkeling was de telefoon. Iets meer dan 30 jaar na de eerste bruikbare telefoon in de Verenigde Staten konden ook inwoners van Zuidwolde in de door de gemeente ingerichte spreekcel in het postkantoor interlokale gesprekken voeren. Mondjesmaat kwamen er particuliere zakelijke aansluitingen op het telefoonnet. In 1935 waren er dat 15.

Openbare elektriciteitsvoorziening kwam vanaf 1919 in beeld, maar de aanleg zou enkele jaren in beslag nemen. Voor de aanleg en het beheer werd een gemeentelijk elektriciteitsbedrijf opgericht. In 1926 kon op feestelijke wijze het elektrisch licht worden ontstoken in het Gemeentehuis. Voortvarend werd er in de jaren daarna gewerkt aan de uitbreiding van het net over de verschillende buurtschappen.

Maatschappelijke organisaties
Marius Tonckens is weleens gekarakteriseerd als zo'n olderwetse liberaal. Geen overdreven overheidsbemoeienis, maar de gegoede burgerij diende zich in te spannen voor het welzijn van de gehele maatschappij. Vanuit die gedachte heeft hij zich actief bemoeid met de oprichting van een coöperatieve boerenleenbank en een lokale Groene Kruisvereniging. Organisaties die los moesten staan van godsdienst of levensovertuiging.

Stichting Het Marius Tonckensfonds
Bij testament bepaalde Marius Tonckens dat zijn bezittingen werden ondergebracht in een stichting. Dat bezit bestaat uit boerderijen met landbouwgrond en woningen in Westervelde bij Norg en in Stuifzand. Daarnaast is er de Falieberg, het door Tonckens aangelegde wandelbos met vijver in Zuidwolde.
De opbrengst daarvan moet in de vorm van subsidies verstrekt worden aan organisaties op vrijzinnige grondslag uit de (voormalige) gemeente Zuidwolde, die de culturele en maatschappelijke vooruitgang van Zuidwolde bevorderen. Nadrukkelijk wordt genoemd dat daarbij de jeugd niet mag worden vergeten. De betekenis van Marius Tonckens voor de Zuidwoldiger samenleving is daarmee ook vandaag de dag nog duidelijk aanwezig.