Geen verhaal, maar echt gebeurd
De moord op Mina Koes is gepleegd in 1881, in de buurt van het Zwarte Gat. Dat is een veenplas in het veld van Schottershuizen. De 31-jarige dienstmeid Mina Koes gaat naar haar ouderlijk huis in De Tippe. Dat is de zuidoostpunt van de gemeente Zuidwolde, tussen Drogteropslagen en Dedemsvaart. Ze heeft 34 stuivers bij zich om aan haar ouders te geven. Onderweg komt ze Remmelt van der Hulst tegen, een voormalige knecht die Mina kent van haar werk. Remmelt was vroeger verliefd op Mina, maar zij beantwoordde zijn liefde niet.
Op de fatale dag in 1881 is Remmelt werkloos. Hij heeft zich de avond ervoor flink bedronken.
Remmelt vraagt Mina om geld, maar ze weigert. Dan steekt hij haar met een mes in de hals. Mina is dood. Hij berooft haar van haar kousen, schoenen, geld en de gouden kroontjes van haar oorijzer.
Mina’s ouders wachten die middag tevergeefs op hun dochter. Pas de volgende ochtend wordt haar lichaam gevonden door drie landbouwers, die de burgemeester waarschuwen. Het lichaam van Mina wordt naar haar ouderlijk huis gebracht.
De politie begint een onderzoek en houdt Willem Venema aan op verdenking van de moord, maar hij moet worden vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs. Deze onterechte verdenking was heel zwaar voor Venema.
De vrouw van Remmelt van der Hulst verdenkt van het begin af aan haar man als dader. Maar pas dik twee jaar later is zij het die haar man aanbrengt. Remmelt blijft dan echter ontkennen.
Uiteindelijk is het de vrouw van het gemeenteraadslid Harm Leferts Steenbergen op Steenbergen, die Remmelt tot een bekentenis brengt door op zijn gemoed te werken. Zij kent hem goed. Remmelt heeft namelijk ook bij Steenbergen korte tijd als boerenknecht gewerkt. Hij wordt veroordeeld tot twintig jaar gevangenisstraf. In 1904 komt hij weer op vrije voeten.
Niemand wil meer iets met de brute moordenaar te maken hebben. Wanneer bekend wordt dat Remmelt wordt vrijgelaten, sluiten de mensen in heel Zuid-Drenthe en Noord-Overijssel de deuren en blinden ‘s nachts extra goed. Zo zit de schrik voor hem erin. Iedereen kijkt neer op Remmelt of is bang voor hem. Hij pleegt diefstallen om maar weer in de gevangenis te komen. Daar vindt hij steeds weer betrekkelijke rust.
Na een veediefstal in Coevorden en een celstraf van vier jaar, leidt hij opnieuw het leven van een verschoppeling.
In de nacht van 15 op 16 november 1916 vriest hij dood in een tochtige schuilhut aan de rand van een wijk in Vriezenveen. Remmelt is dan 67 jaar oud.