Over de granaten die door de geallieerden zijn afgevuurd
De heer Piepenbrock vertelt:
“We hoorden een grote klap. Er was een granaat ingeslagen in het gebouwtje waar Zwarthoed in heeft gezeten.
Er kwamen meer granaten binnen onder andere bij Van der Sanden in de Gestelsestraat en naast Brinkman. Daar lag een kind dood. Ik zelf ben toen ook aan de dood ontsnapt …….
(Er was een avondklok) We moesten ’s avonds om 8:00 uur binnen zijn …… Ik was toen kameraad met Tiny Brinkman. Die woonde op de hoek Emmastraat / Nassaustraat. We lagen met een stel jongens in een greppel tegenover hun huis. Om 8:00 uur ging ik dus naar huis en even later vielen er granaten in de greppel. Alle ruiten van de huizen waren er uit.
Bij Brinkman zaten ze op de knieën het rozenhoedje te bidden en dus gingen de granaten over hen heen, maar ernaast bij de buren was het kind dood.
Ze hebben planken voor de ramen gespijkerd ……. mijn kameraad is bij mij komen slapen. De dag erop lagen de planken er weer af, want er waren weer granaten op dezelfde plaats gevallen.”
Achter het huis van de familie Van de Ruth, op nummer 11, slaat een granaat in. Oma Van de Ruth is net binnen na het voeren van de varkens. Een granaatscherf vliegt via de openstaande achterdeur naar binnen. Vader Van de Ruth duwt snel zijn zoon naar beneden, zodat de scherf ongevaarlijk in een hoek van de woonkamer terechtkomt. Later op de avond wordt de pastorie geraakt, maar iedereen zit gelukkig in de kelder. Ook slaat er een granaat in bij het woongedeelte van Garage Kuyken.
Gelukkig vallen er geen nieuwe slachtoffers in het dorp, omdat de kom van Aalst grotendeels verlaten is na de voorgaande beschietingen. De avondklok is nog steeds van kracht, waardoor mensen zich niet meer na 20:00 uur 's avonds op straat mogen begeven.