Geschiedenis Burgemeesterschap in Oost-, West- en Middelbeers (1811 - 1997)

Inleiding

Dit verslag documenteert het burgemeesterschap in de voormalige gemeenten Oost-, West- en Middelbeers van 1811 tot 1997. Vanaf de eerste schouten in de Franse tijd tot aan de gemeentelijke herindeling in 1997, speelde het burgemeesterschap een belangrijke rol in de gemeenschap. De Smulders-familie domineerde het ambt gedurende ruim een eeuw, maar ook burgemeesters zoals Leonard Verwiel en Simon Grem drukten hun stempel op het bestuur. Deze geschiedenis biedt inzicht in de bestuurlijke continuïteit en veranderingen door de tijd heen.

De Franse tijd en het begin van Gemeentelijk Bestuur (1811 - 1831)

De bestuurlijke geschiedenis van de Beerzen begint formeel in 1811, onder de Franse overheersing, toen Oostelbeers, Middelbeers en Westelbeers één gemeente vormden. De eerste schout, Petrus Johannes Heuvelmans, bekleedde het ambt van 1810 tot zijn dood in 1823. Heuvelmans combineerde zijn rol als schout met werkzaamheden als boer en bierbrouwer, en zijn ambtsperiode legde de basis voor het latere burgemeestersambt.

Na het overlijden van Heuvelmans werd Adriaan Adriaans in 1825 benoemd als de eerste officiële burgemeester van de Beerzen. Zijn tijd als burgemeester duurde tot 1831 en luidde een periode van stabiliteit in, hoewel het ambt toen nog beperkt was in macht en middelen. Het bestuur werd vooral gekenmerkt door de nauwe banden tussen de burgemeester en de dorpsgemeenschap.

De Smulders-dynastie ontstaat (1831 - 1899)

In 1831 begon Anthony Egidius Smulders aan zijn termijn als burgemeester, waarmee de invloedrijke Smulders-familie zijn intrede deed. Anthony werd in 1845 opgevolgd door zijn zoon Egidius, die het burgemeesterschap maar liefst 54 jaar bekleedde. Egidius was een vaste waarde binnen de gemeenschap, bekend om zijn bescheiden levensstijl en feestelijke viering van zijn 50-jarig jubileum. In deze periode transformeerde het burgemeesterschap langzaam van een bijbaan naar een volwaardig ambt, met Egidius als voorbeeld van trouw en betrokkenheid bij de dorpsgemeenschap.

Antonius Josephus Smulders en de vooroorlogse jaren (1899 - 1940)

Na het overlijden van Egidius werd zijn neef, Antonius Josephus Smulders, in 1899 burgemeester. Antonius stond bekend om zijn toewijding aan de gemeenschap en combineerde het burgemeesterschap met het runnen van een boerderij. Hij vervulde zijn rol met plichtsbesef en werd uiteindelijk door Koningin Wilhelmina benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje-Nassau. Zijn drie zonen, Piet, Jan en Sjef, volgden zijn voorbeeld en namen later allemaal een burgemeestersrol op zich.

Deze periode werd gekenmerkt door maatschappelijke veranderingen en groeiende verantwoordelijkheden voor burgemeesters. Antonius Smulders hield de familie-invloed in stand en droeg bij aan de modernisering van het dorp. Hij werd in 1927 opgevolgd door zijn zoon Jan, die op jonge leeftijd het burgemeesterschap op zich nam en bekendstond om zijn betrokkenheid en warme relatie met de dorpsbewoners.

De Tweede Wereldoorlog en het verzetswerk van Piet en Jan Smulders (1940 - 1945)

Tijdens de Duitse bezetting zetten zowel Piet als Jan Smulders zich in voor het verzet. Piet Smulders, burgemeester van Someren, bood hulp aan onderduikers en saboteerde de plannen van de Duitsers, wat uiteindelijk leidde tot zijn arrestatie en dood in 1944. Jan Smulders, burgemeester van de Beerzen, kwam in conflict met de bezetter door te weigeren om dorpsbewoners aan te wijzen voor de Arbeitseinsatz. Hij werd gearresteerd, naar concentratiekampen gebracht en overleed tijdens een dodenmars in 1945.

Dit hoofdstuk beschrijft de moedige keuzes die Piet en Jan maakten, ondanks de zware druk van de bezetter. Hun verhaal weerspiegelt de ethische dilemma’s waarmee veel lokale bestuurders in oorlogstijd werden geconfronteerd en de offers die ze brachten voor hun gemeenschap.

Waarnemend burgemeester Sjef Smulders  (1945 - 1946)

Na de dood van Jan Smulders in 1945 kwam het burgemeesterschap tijdelijk in handen van Sjef Smulders, zijn jongere broer. Sjef was op dat moment al waarnemend burgemeester van Vessem, Wintelre en Knegsel en combineerde deze functie met het waarnemend burgemeesterschap in Oost-, West- en Middelbeers. Voor zijn aanstelling als waarnemend burgemeester was Sjef gemeentesecretaris van Oirschot en speelde hij een prominente rol in het lokale verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.

In 1946 trad Sjef af als waarnemend burgemeester in de Beerzen om zich volledig te richten op zijn rol in Vessem. Hij werd opgevolgd door Truus Smulders-Beliën, de weduwe van Jan Smulders, die benoemd werd tot de eerste vrouwelijke burgemeester van Nederland.

Truus Smulders-Beliën en de na-oorlogse periode (1946 - 1966)

In 1946 nam Truus Smulders-Beliën, weduwe van Jan Smulders, het burgemeesterschap op zich en werd de eerste vrouwelijke burgemeester van Nederland. Haar leiderschap in de naoorlogse periode betekende een nieuw begin voor de Beerzen. Truus werd gewaardeerd om haar betrokkenheid en sociale beleid, hoewel ze ook kritiek kreeg op enkele controversiële beslissingen, zoals haar verzet tegen de komst van een naturistenterrein.

Truus Smulders’ benoeming als burgemeester betekende niet alleen een symbolische overwinning voor vrouwen in Nederland, maar zorgde ook voor stabiliteit in de Beerzen. Haar werk als burgemeester maakte haar geliefd en gaf haar nationale bekendheid. Onder haar leiderschap groeide de gemeenschap verder en kreeg ze een belangrijke rol in het regionale bestuur.

Leonard Verwiel en Simon Grem – Veranderingen in het Dorpsbestuur (1967 - 1989)

Na de dood van Truus Smulders in 1966 werd Leonard Karel Maria Verwiel in 1967 burgemeester van de Beerzen. Verwiel’s ambtsperiode markeerde een periode van modernisering, waarbij hij zich richtte op economische groei en de verbetering van infrastructuur binnen de Beerzen. Hij stond bekend als een vooruitstrevende burgemeester die de gemeente een nieuw gezicht gaf en de regio op de kaart zette.

In 1979 volgde Simon Petrus Grem hem op. Grem was burgemeester tot 1989 en stond bekend om zijn nuchtere, pragmatische aanpak. Tijdens zijn ambtstermijn werd de gemeente geconfronteerd met de eerste discussies over de toekomstige gemeentelijke herindeling. Zijn aanpak en leiderschap hielpen de Beerzen door een periode van onzekerheid en brachten stabiliteit in een tijd van politieke en bestuurlijke verandering.

De Laatste Burgemeesters en de gemeentelijke herindeling (1990 - 1997)

De laatste burgemeester van de zelfstandige gemeente Oost-, West- en Middelbeers was Petrus Guilhelmus Wijgergangs, die diende van 1990 tot 1997. Hij begeleidde de Beerzen door de laatste jaren voor de herindeling en zorgde ervoor dat de overgang soepel verliep. Wijgergangs’ periode markeert het einde van de onafhankelijkheid van de Beerzen, die in 1997 werd samengevoegd met de gemeente Oirschot.

De gemeentelijke herindeling betekende het einde van een unieke bestuurlijke geschiedenis die teruggaat tot de schouten van de 19e eeuw. De veranderingen leidden tot gemengde reacties binnen de gemeenschap, met een gevoel van verlies van lokale identiteit. Dit hoofdstuk reflecteert op het werk van Wijgergans en de burgemeesters die hem voorgingen, en de blijvende impact van de schouten en burgemeesters op de Beerzen.

Slotwoord: Nalatenschap van de Schouten en Burgemeesters van de Beerzen

De bestuurlijke geschiedenis van Oost-, West- en Middelbeers is een rijke erfenis die bijna twee eeuwen beslaat. Van de eerste schout Petrus Heuvelmans, via de Smulders-dynastie en moderne burgemeesters zoals Verwiel, Grem en Wijgergangs, tot de uiteindelijke herindeling, blijft de herinnering aan deze leiders bestaan. Hun werk weerspiegelt de waarden van betrokkenheid en veerkracht die de Beerzen karakteriseren, en hun nalatenschap leeft voort in het geheugen van de gemeenschap.

Familiegeschiedenis Smulders

Piet Smulders

Jan Smulders

Drama Jan Smulders deel 1

Drama Jan Smulders deel 2

Sjef-Smulders

Truus Smulders-Beliën