Verhalen

Herinneringen van Marit van Dongen – Van der Linden.

De Duitse bezetter is veeleisend:

De Duitsers staan voor de deur en eisen dat haar ouders onderdak aan paarden verlenen. Dit komt doordat ze een waterpomp in de bijkeuken hebben, iets wat niet veel mensen in die tijd hebben. De meesten gebruiken een put, maar die raakt snel leeg. Een pomp levert echter altijd water, zolang je maar blijft pompen.

Op hun erf worden maar liefst 14 paarden gestald, en tot ergernis van haar ouders is het een komen en gaan van Duitsers in hun bijkeuken. Ze komen emmers water halen voor de paarden. Deze worden zelfs geborsteld en verzorgd in hun boomgaard onder de appelbomen.

De Duitsers vorderen ook paarden bij de boeren. Daarom verstoppen de boeren paarden in het maisveld bij het bruggetje over de Tongelreep. De boeren verbouwen daar op een veldje mais voor de kippen, en daar kun je goed beesten in verstoppen als het mais hoog staat.

De Duitse controledienst komt regelmatig langs om te controleren of haar vader wel genoeg graan aan de Duitsers levert. Op een keer gaan ze tevreden weg: vader heeft aan de eisen voldaan. Vlug zet hij vijf zakken opzij voor eigen gebruik.

Maar die lui komen terug en gaan nog eens tellen, en ja hoor, ze missen vijf zakken. Voor straf wordt zijn dorsvergunning voor een jaar ingetrokken.

 

Onderduikverhaal: Een geheime doorgang

Frans van Mierlo, een dorpsbewoner, deelt zijn verhaal over de vele onderduikers die we tijdens de oorlog in ons dorp hebben. Hij kent bijna alle onderduikers persoonlijk. Zoektochten naar deze verborgen mensen zijn aan de orde van de dag.

Er gaat een gerucht rond: als de Duitsers een onderduiker niet kunnen vinden, nemen ze zijn vader mee. In ernstigere gevallen worden zelfs vrouwen of zussen opgepakt. Dit gebeurt een keer, en de Ortscommandant, die op het vliegveld woont, geeft hen een flinke uitbrander omdat dit niet is toegestaan.

Frans wil voorkomen dat ze hem arresteren. Hij bedenkt een slim plan: samen met zijn buren maakt hij een gat in de muur tussen hun zolders. Het gat is ongeveer een vierkante meter groot. Hij voegt een kozijntje toe en plaatst aan beide zijden een dubbele deur. Boven het gat hangt hij kapstokken op, waar hij een rij jassen aan hangt.

Deze geheime doorgang wordt later daadwerkelijk gebruikt wanneer Jantje Pap, een beruchte NSB’er, bij de buren komt zoeken naar een onderduiker.

 

Onderduikverhaal: Het slimme bedrog

De familie Hezemans woont aan het Aalsterpad. Ze hebben drie dochters die in één slaapkamer slapen. Hun twee onderduikers (Tieu en Piet Scheepers, zonen van bakker Scheepers) in een andere.

De Duitsers voeren regelmatig razzia’s uit op zoek naar onderduikers. Op zekere dag vallen ze het huis binnen.

Tieu en Piet weten dat ze geen seconde te verliezen hebben. Ze verdwijnen snel naar de zolder, kruipen onder een oude houten kist en houden hun adem in terwijl de Duitsers het huis doorzoeken.

De dochters haasten zich naar de slaapkamer van de onderduikers en trekken de dekens over zich heen. Hun hart bonst in hun keel als ze de zware laarzen horen naderen.

De Duitsers doorzoeken het huis grondig. Ze trekken lades open, gooien kasten omver en kijken onder bedden. Maar als ze de slaapkamer van de onderduikers binnenkomen, zien ze alleen twee onschuldige meisjes die ‘vredig slapen’. De Duitsers mompelen iets in hun taal en verlaten de kamer.

De meisjes houden hun adem in tot ze de voordeur horen dichtslaan. Pas dan durven ze uit hun schuilplaats te komen. Tieu en Piet kruipen voorzichtig onder de kist vandaan.

 

Het slimme bedrog heeft gewerkt.