Gestrande schepen waren ware attractie op Ameland
Historicus brengt afgelegde route Malmö en Tartar in kaart
De stranding van de zeeschepen Malmö uit Zweden en Tartar uit Noorwegen in 1928 heeft lang sporen nagelaten op Ameland. Jaren na het vastlopen kwamen ramptoeristen nog kijken naar de wrakstukken. Thijs Gras schreef er een boek over dat hij vandaag in Nes presenteert.
De Amsterdamse historicus komt al sinds zijn jeugd jaarlijks op Ameland. Tijdens onderzoek naar het verleden van de gezondheidszorg op het eiland stuitte hij in een dagboek op de stranding van de Malmö en de Tartar. ,,Het verhaal over de stranding en de redding van de bemanning sprak tot mijn verbeelding. Toen ik mij erin verdiepte, ontdekte ik dat er meerdere versies van het verhaal bestonden.” Gras’ zoektocht naar de waarheid leidde tot de publicatie Gestrand, gered, geborgen.
,,In de meeste boeken over gestrande schepen wordt vooral aandacht geschonken aan de stranding en de berging. Ik heb geprobeerd het verhaal zo compleet mogelijk te maken door ook aandacht te besteden aan de periode die vooraf ging aan de stranding”, zegt de auteur.
Zo geeft Gras een beschrijving van de tocht die de Malmö aflegde. Het schip was begin november in Finland volgeladen met hout om in Duinkerken af te leveren. De tocht stopte echter abrupt ter hoogte van Terschelling vanwege een storm. ,,Een staaldraadsjorring raakte vast in de schroef waardoor het schip niet meer te besturen was.”
Slepen mislukt
Uit de verslagen blijkt dat het schip door middel van seinvlaggen laat weten dat het in de problemen zit. Een dag later komt er hulp van Terschelling. Een sleepboot van Doeksen moet het schip naar de haven van Delfzijl brengen maar ter hoogte van het Bronrif raakt de Malmö los van de sleepboot en drijft richting de kust van Ameland. ,,Het schip komt dan vast te zitten ter hoogte van Nes.”
Na een halve dag besluit de kapitein een deel van de bemanning in een reddingssloep naar het eiland te sturen.
,,Gezien de storm was dat een gevaarlijke onderneming, maar men was bang dat het schip in tweeën zou breken.”
Kort nadat de sloep te water is gelaten, slaat de boot om. Drie van de veertien opvarenden komen om. Twee van de Zweedse zeelieden spoelen aan op het strand. Zij liggen begraven op de begraafplaats van Nes.
De bemanning van de Tartar, die tien dagen later strandt, heeft meer geluk. ,,Kort nadat het schip vastliep op de Noordzee werd de bemanning opgepikt door een vissersboot uit IJmuiden. Het schip kwam uiteindelijk op de westkust van Ameland terecht bij Ballum.”
De schepen werden in gedeeltes geborgen en waren nog jaren zichtbaar bij het eiland. ,,In de jaren twintig en dertig waren het zelfs ware attracties. Bezoekers kwamen speciaal naar Ameland om de schepen te zien en van de Malmö zijn zelfs souvenirs gemaakt.” Er zijn nog altijd sporen van de schepen op het eiland terug te vin-den. ,,Het hout is in verschillende huizen en schuurtjes verwerkt.”
Gestrand, gered, geborgen. Thijs Gras, eigen beheer.
Bron: Friesch Dagblad 29 november 2016.