Vier dode potvissen op Ameland
Zaterdag 29 november lagen er vier dode potvissen op het strand van Ameland, ter hoogte van paal 18. De vier mannetjes potvissen waren verdwaald in de Noordzee en strandden in de buurt van Ameland.
De eerste potvis werd zaterdagmorgen om kwart voor negen gesignaleerd. Het dertien meter lange dier lag voor het strand ter hoogte van de NAM locatie. Toen medewerkers van het Natuurcentrum op Ameland samen met mensen van de Reddingsmaatschappij bij het dier aankwamen bleek het al dood te zijn. 's Middags, toen het dier hoger op het strand gesleept werd, kreeg Natuurcentrumdirecteur Joop de Jong het bericht dat er nog twee walvissen waren gesignaleerd. De ene lag op de Holwerder Balg, een zandplaat tussen Schiermonnikoog en Ameland. De andere potvis lag ten zuiden van De Hon. Het dier was al zeker een dag dood en was richting Waddenzee gedreven. In de loop van de middag kreeg De Jong vanaf het platform van de NAM bericht dat er nog een vierde potvis ronddreef. Dit dier was ook dood en al gebarsten. Tot middernacht zaterdagavond zijn mensen van het Natuurcentrum met hulp van KNRM en NAM bezig geweest de vier kadavers hoog op het strand bij paal 18 te slepen. De reddingboten van Ameland en Schiermonnikoog werden hierbij ingezet. De NAM leverde groot materieel.
Zondag
De vier mannetjespotvissen liggen zondagmiddag, laag water, droog. Zelden was het zo druk op dat stukje strand. Na betreding van het strand bij de duinovergang van paal 17 is het nog een dikke kilometer lopen naar de potvissen. Potviskijkers lopen, fietsen, brommen en rijden in auto's en trekkers naar de trieste uitstalling. Voor een knaak kun je meerijden met de strandritbus. Van verre zijn de vier in de lucht priemende rechtervinnen van de op hun linkerzij liggende zoogdieren te zien. Tussen paal 17 en 19 kleurt bloed de zwinnen rood. De vloedlijn is roze van de bebloede blubber die in minuscule vetbolletjes ligt opgehoopt op het zand. De eerste potvis is zo'n dertien meter lang. Zijn onderkaak met de kostbare potvistanden is halverwege afgezaagd. Met een kettingzaag, zeggen omstanders. Een stroperstreek. Een potvistand is een geliefd souvenir. Zo'n tand doet in de handel honderden guldens.
Geflikt
Joop de Jong is woedend over deze vandalendaad. "Over de ruggen van honderd vrijwilligers proberen deze mannen een paar honderdjes te verdienen. Verbannen van het eiland, moeten we ze." De Jong voelt zich "geflikt" door eigen volk. Hij is ervan overtuigd dat het eigen eilanders zijn die dit gedaan hebben. "Ze hebben het professioneel aangepakt, de onderkaak is met een hele zware flex doorgezaagd." Naar zeggen van de directeur van het natuurcentrum zijn de potvissen 's nachts heel even onbewaakt geweest. "Ze moeten op de loer hebben gelegen en op dat moment hun kans schoon hebben gezien." Burgemeester Cazemier belooft voor de daarop volgende nachten strenge bewaking. De walvis ligt er beschadigd bij. Uit het spuitgat sist bloed en ander vocht. Het dier ligt te gisten en stinkt. Drie van de vier potvis lijken vertonen rechthoekige gaten. Het zijn ontluchtingsgaten. Voor de gassen moet een uitweg gesneden worden want anders kan zo'n kadaver ontploffen. Zondagmorgen 30 november is dat met walvis nummer vier gebeurd. Zondagmiddag om drie uur vrezen verschillende deskundigen dat de eerste potvis zal ontploffen. Met een mes wordt een nieuwe snee gemaakt en wordt de buik van het dier doorgeprikt. Meteen begint het inwendige van het dier te rommelen als vuurwerk. Een fontein van bloed en blubber spuit meters in de rondte. Darmen glijden plotseling uit de buikholte. De tweede walvis, met een witte buik, is de grootste. Hij is ongeveer vijftien lang en weegt zo'n twintig ton. Hij is gevaarlijk gezwollen en een ontploffing lijkt zondagmiddag op handen. De medewerkers van Zeehondencrèche Pieterburen, Dolfinarium Harderwijk, Natuur Historisch Museum Leiden, Dierentuin Duisburg en Natuurcentrum Ameland durven niet meer in het dier te gaan snijden. De druk is er te groot voor geworden. Men wacht op en waarschuwt voor een spontane ontploffing. Later die dag scheurt ook deze walvisbuik open. De derde en vierde walvis vertonen, de een aan de voor- en de ander aan de rugzijde, een grote scheur in de huid- en speklaag. De ingewanden liggen op het strand.
Onderzoek
Er zijn veel medewerkers van verschillende onderzoekcentra bezig met het nemen van monsters. Onderzoekers uit Leiden, Harderwijk, Pieterburen, Duisburg en Leeuwarden willen zoveel mogelijk leren van deze stranding. Bert van der Pol, verbonden aan de Zeehondencrèche Pieterburen heeft de ogen van drie potvissen uitgesneden. De grootste potvis mag zijn ogen vooralsnog houden. Van der Pol vreest de ontploffing en de bijbehorende smurrie fontein. Hij is gespecialiseerd in ogen van zoogdieren en nu wil hij de ogen van deze zeezoogdieren onderzoeken. "Ik weet inmiddels wat potvissen kunnen zien en wat niet. Ik weet ook hoe hun ogen het licht breken." Potvissen zijn geen visuele beesten, zegt hij. Waarschijnlijk is het oog een sociaal instrument, van secundair belang. Het sociale leven van de potvis speelt zich onder de oppervlakte van het water af. Na 600 meter diepte is de zee potdicht. Op die diepte heb je weinig meer aan je ogen. Jagen op inktvissen doen de potvissen op grote diepte. Navigeren doen ze met hun echo. "Een potvis leeft grotendeels op een diepte van drie duizend meter. Bij het omhoogkomen hebben zij geen last van de caissonziekte." Hoe dat komt weet Van der Pol niet. Hij noemt het mysterieuze dieren waar nog veel over te leren valt.
Verdwaald
Een andere onderzoeker heeft reepjes huid en vet afgesneden. De bodem van een tweede emmertje is bedekt met inktvissen snaveltjes uit een maag. Inktvissen staan op het potvissenmenu. Aan de hand van de maaginhoud weten de biologen dat de 'Amelandse' potvissen uit dezelfde school komen als de potvis die datzelfde weekend bij Wassenaar strandde. De onderzoekers uit Leiden willen graag weten hoe het komt dat de potvissen verdwalen. De Noordzee is een fuik voor de grote zoogdieren. Het is er veel te ondiep en er is geen voedsel voor ze. Ze raken er gedesoriënteerd. In de zomer trekken de mannetjes potvissen naar de voedselrijke Noordelijke IJszee. De vrouwtjes blijven in de diepe oceaan. Wanneer de winter nadert trekken de mannetjes weer naar de warmere wateren van de Atlantische oceaan. Bij Schotland nemen ze soms de verkeerde afslag en komen in de Noordzee terecht.
Jongens
Aan de naar buiten stekende penissen is duidelijk te zien dat het hier vier mannetjes betreft. Bij een gestrande walvis zwelt het lichaam op en door de druk in het lijf wordt de penis naar buiten geduwd. De gebitten vertellen dat het om vier jonge dieren gaat. De tanden zien er klein en nog niet helemaal volwassen uit. Onder het hoofd van de vierde potvis ligt een plas gestold vet. Het is spermaceti, ook wel walschot of witte amber genoemd. Een kostbare hoogwaardige olie uit de schedelholte van de potvis. Winning van walschot was voorheen een belangrijke reden om op potvissen te jagen.
Eén voor Ameland
Joop de Jong van het Natuurcentrum wil één potvis op Ameland houden. De uitgebeende resten gaan een onderdeel van de vaste expositie vormen. Medewerkers van het Natuurcentrum Ameland, het Natuur Historisch Museum Leeuwarden en Pieterburen gaan samenwerken bij het prepareren van de potvis. Vertegenwoordigers van Gemeente, Politie en Natuurcentrum hebben zondagmiddag 30 november besloten dat de grootste walvis op Ameland blijft. Een tweede potvis gaat naar Schiermonnikoog, voor het museum aldaar. Het skelet van nummer drie krijgt een plek in het zeeaquarium van Bergen en de laatste potvis gaat naar het zeeaquarium te Vlissingen. Vlissingen krijgt een potvis zonder kop vanwege het ontbrekende stuk onderkaak. Natuurcentrum Ameland en Natuur Historisch Museum te Leeuwarden hebben besloten dat de restanten van de kop zonder onderkaak ter beschikking van deze twee musea blijft.
Bron: de Amelander 1997.