Sportverenigingen

Het sporten in verenigingsband is pas iets van de laatste honderdvijftig jaar. De oudste sportvereniging in Vlaardingen is de ‘Vlaardingsche IJsclub’, opgericht in 1880. De club bestaat nog steeds.

Een paar jaar later zien ook andere sportverenigingen het licht. Zo wordt in 1894 de ‘Vlaardingsche gymnastiek- en schermvereniging 'Leonidas’ opgericht, gevolgd door de ‘Dames Gymnastiek Vereniging DOVIDO’ (Door Ons Vijven Is Dit Opgericht).

Dat er in verenigingsverband gevoetbald wordt, zien we voor het eerst in 1893 bij de voetbalvereniging Amicitia. Maar deze vereniging is geen lang leven beschoren, want al een jaar later is het laatste terug te vinden wapenfeit van Amicitia de 4-1 overwinning op het Rotterdamse Celeritas.
In 1904 richt men Fortuna op. Daarna volgen meer clubs; naast in het voetbal ook in veel andere sporten. Landelijk bekeken blijkt dat tot ongeveer de Eerste Wereldoorlog de meeste beoefenaars uit de hogere standen van de samenleving komen. Zij zijn de enigen die tijd en geld hebben om aan sport te doen. Maar tíjdens de Eerste Wereldoorlog beleeft de sport een grote doorbraak naar de lagere maatschappelijke standen. Tal van jongemannen maken gedurende hun mobilisatie kennis met sport en zij richten na afloop van hun diensttijd vaak sportclubs op in hun woonplaats. Of dit ook voor Vlaardingen opgaat, is niet bekend.

 

In de eerste helft van de twintigste eeuw treedt, net als in andere sectoren van de maatschappij, ook in de sport de verzuiling naar levens- en geloofsopvattingen op. Naast neutrale verenigingen komen er in Vlaardingen verenigingen op rooms-katholieke, protestants-christelijke en socialistische grondslag. Vaak zijn die aangesloten bij hun ‘eigen’ sportbond.

Naast deze verzuiling zien we dat ook bedrijven hun eigen sportvereniging oprichten, vaak met dezelfde naam als die van het bedrijf. Voorbeelden van clubs en bedrijven worden genoemd in het zijvenster ‘Bedrijfsvoetbalclubs’. Een van de gevolgen van die verzuiling is ook dat er aparte competities voor zaterdag- en zondagverenigingen komen.

In de jaren zestig komt de ontzuiling op gang. Er komen gezamenlijke competities en het wordt gebruikelijker om op sportieve gronden lid te worden van een sportvereniging. Ook in Vlaardingen zien we dat verenigingen uit verschillende zuilen fuseren.

 

Sport wordt tot de jaren zestig nog gelijkgesteld aan georganiseerde wedstrijdsport, waarbij sportverenigingen een dominante rol spelen. Maar de toegenomen vrije tijd en de aandacht voor het belang van bewegen leiden ertoe, dat steeds meer mensen op de een of andere wijze sportief bezig  zijn. Sommigen zijn lid van een sportvereniging of sportschool, anderen zijn meer individueel met sport bezig.