Dag op 't Oerd

Dag op het Oerd

 

De zon komt op. De nacht maakt plaats voor de dag. Langzaam verdwijnt de donkere wolkenmassa en lichte heldere zonnestralen verwarmen het landschap. Binnen een half uur is het helemaal dag en zal de belichting zijn zoals die normaal dient te zijn overdag.

Dieren die de nacht hebben gebruikt om te foerageren zoals de egels, waterrallen, reeën, nachtvlinders e.d. begeven zich nu in rust en de dagdieren worden langzaam ontdooid. Het zijn toch altijd weer de vogels die de dag als eerste begroeten.

Het water is zakkende, het wordt eb. Het eb en vloed ritme houdt zich niet aan het dag- en nacht ritme. De aarde die, samen met de maan, de eb en vloed beweging veroorzaakt, blijft ongestoord doordraaien in dit voor menselijke begrippen onnoemelijk groot heelal. Scholeksters, meeuwen, nachtegalen en merels, alles is in rep en roer. Vol vreugde begroeten ze de nieuwe dag.

Voorjaar, voorzomer, de voortplantingstijd. Een van de meest indrukwekkendste natuurverschijnselen op deze aardkloot.

De tijd waarin 2 tot 1 komen. Voor de dierenwereld absoluut de mooiste tijd van het jaar. Een enkele dauwtrapper verschijnt op het Oerd en de zeilboot die de hele nacht voor anker heeft gelegen ter hoogte van paal 21 hijst zijn zeilen. Het belooft een mooie dag te worden. Het water op de Noordzee is spiegelglad en zachtjes glijdt de overnaadse polyester boot door het water. Omgeven door een enkele meeuw die in de zacht bruisende branding meedeint in de lucht.

Bij het ratelpopulierenbosje schijnt wat aan de hand te zijn. De merel die daar zijn nest heeft vliegt tikkend op. Zijn alarmroep stemt schel in de vroege morgen. Ook  kauwen die dit bosje aandoen als slaapplaats schrikken en een houtduif kleppert weg. De takken bewegen en kraken licht. Een kapitale reebok stapt uit de dekking en spitst zijn oren. Ook hij weet dat de vogels niet om hem zo alarmeren, in hem zien ze weinig gevaar. Nee, het is de verwilderde kat die hier al lang rondhuist en op jacht is. Even laat hij zich zien, vertrouwend op zijn schutkleur die hij eigenlijk niet heeft, maar het zelf niet beseft. Een rood met witte zwerfkat, een vrouwtje aan de kleur wit erbij te zien. Zij zal menig nest verstoren en haar vangen in een vangkooi is er niet bij om deze tijd van het jaar. Het is voor haar nu tafeltje dekje .

 

De flinterdunne bewolking zal spoedig oplossen door de kracht van de zon. Door mijn verrekijker zie ik dat een dorpeling uit Buren zijn hardernetten controleert op het wad bij de Oerdsloot. Als hij slim is laat hij de netten nog een “tij” staan.

Met dit weer zal hij zeker succes hebben. Het vee op de vennootvlakte staat rustig te grazen en in de verte is iemand uit het dorp Buren bezig om zijn schaapjes te verzamelen.

Hij zal ze wel “uit de jas helpen”. De tijd voor de sluitingsdatum om wol in te leveren dringt.

Kauw

De temperatuur loopt op en de bloemblaadjes van de meeste bloemen openen zich steeds verder om zoveel mogelijk warmte op te vangen. De bijna nostalgische geur van wilde bloemen doordringt mijn reukorganen en tijdens het doorkruisen van een vochtige vallei overheerst de geur van watermunt. De zon klimt hoger aan de hemel en rond 13.00 uur heeft hij zijn hoogste stand bereikt en staat dan precies in het zuiden. In de warmte bij de roze meidoorn dansen duizenden vliegjes dicht opeen gepakt in de lucht. Allemaal mannetjes die met deze zgn, bruidegomsdans een vrouwtje proberen te lokken. Ze kan uitzoeken en heengaan.

De graafwespen zijn druk bezig om op een kaal plekje zand een nieuw holletje te graven en een duinkonijn die voor mij opspringt heeft zijn eerste generatie jongen al grootgebracht.

Hoe hoger de zon staat hoe rustiger het wordt in de natuur. De dieren gaan weer in rust om tegen de avond hetzelfde ritueel te herhalen als des morgens.

graafwesp

De schaduwen glijden mee met de zon alsook de steeltjes van de bloemen. Er verschij¬nen meer toeristen op de Oerdblinkert om te genieten van het landschap en hun vakantievrijheid. Het “tij” is gekeerd en de boeien op het wad wijzen nu een andere kant op. Het zal niet lang meer duren voor het water weer zacht tegen de kwelder¬rand aanklotst.

Duizenden bonte strandlopers worden verdrongen van het wad door het opkomende water en in grote wolken samengepakt laten ze op weg bontestrandlopernaar hun hoogwatervluchtplaats op de Hon nog een prachtig schouwspel van vliegkunst zien. Ze dansen als één massa door de lucht en als op commando veranderen ze tijdelijk van richting, waardoor het lijkt of ze allemaal van donker naar lichtgekleurd veranderen.

Het weer is zo mooi als maar denkbaar is, de zon schijnt en het is windstil. De Waddenzee ligt er glad en stil bij. De wolken zijn duidelijk te zien in de weerspiege¬ling van het water. De horizon in het zuidwesten kleurt sterk donker op wat erop duidt dat er ver van hier een ander weertype is.

torenvalk

Een fazant die lang aan de rand van het pad langs de kwelder uitkeek, komt eindelijk te voorschijn en neemt een stofbad. Hij heeft voor even zijn nest bij de dode tot halfdode vlier in vallei 5 verlaten en de zachtgroene korstmossen op de stam van de vlier doen met dit tegenlicht donkerder aan. Ja, de vlier heeft zijn tijd gehad. Hoeveel generaties heeft hij hier gestaan. Welke Amelanders heeft hij zien gaan en komen. Jagers, wandelaars eierzoekers, bramenplukkers, verdwaalde toeristen. Wie zal het zeggen, maar nog meer, wie weet het.Torenvalk op het Oerd. In het noorden ligt al urenlang een verdacht donkere bewolking achter de branding. Hij nadert meer en meer en in de middag wordt het Oerd omsloten door mist. De zgn. zeedamp. Sluiers mist waaien van noord naar zuid over het eiland. De misthoorn van het boorplatform bij paal 19 huilt een ééntonig lied. De geluiden van de natuur verstompen in de nevel en alles geeft een spookachtige indruk. De temperatuur zakt gelijk een aantal graden en de bergeenden die groepsgewijs in de duinen zitten te wachten tot hun partner uit een konijnenhol komt, om gezamenlijk te foerageren op het wad, steken hun kop dieper in de veren.

Blauwe kiekendief

De torenvalk die zich ten ruste heeft begeven bovenop een meidoorn, verdraait zich iets, zodat ie precies met zijn kop en verenkleed de windrichting aangeeft en trekt een poot in. Meerdere bloemblaadjes sluiten weer. Zacht beginnen de helmen te wuiven. De toeristen in hun bermuda broekjes en T shirtjes met korte mouwen verdwijnen weer in westelijke richting. Het is nu geen aantrekkelijk weer om zo gekleed buiten te zijn.