Verhaal

De rel op het kerkhof

Dit is een van conflicten die Johannes Alstorphius heeft uitgevochten met de katholieken. Wij weten vrij precies wat er gebeurd is, doordat verklaringen van getuigen zijn opgeschreven door een notaris. Vermoedelijk is er in werkelijkheid trouwens hier en daar grovere taal gebruikt…. 

 

Hou hier mee op!

 

In 1661 hoort Alstorphius op het kerkhof bij het Willibrorduskerkje dat er een kruisweg gebeden wordt. In het openbaar – en dat mag niet!

Het blijkt een groep katholieken te zijn, vooral vrouwen, met een paar mannen. Alstorphius roept iets als: Hou hier onmiddellijk mee op!

De groep valt stil en weet even niet wat ze moeten doen. Maar één van hen wordt boos. Valkenier Philips Vondell roept terug: Bemoei je met je eigen zaken! Ga liever bij je vrouw in bed liggen en de bijbel lezen! In tegenstelling tot katholieke pastoors mogen protestantse dominees trouwen, en dat vinden katholieken maar gek.

De dominee reageert met Ben jij dat, ventje, wacht maar! Kennelijk hebben zij al vaker ruzie gehad.

 

Oh jee, daar komt de dominee met een klauwstok!

Alstorphius rent naar huis en komt terug met een ‘klauwstok’. Dat is een stok met een ijzeren haak om hoge ramen open en dicht te doen. Hij valt Vondell hiermee aan, ze raken in gevecht en rollebollen over de grond. Er is sprake van een mes en hun kleren scheuren. De omstanders trekken ze uit elkaar en ze gaan naar huis.

Eigenlijk is het een relletje van niks, geen doden of zwaar gewonden. Maar Alstorphius laat het hier niet bij zitten. Hij beklaagt zich bij de gemeente Waalre. Maar die halen hun schouders op. Ze lijken te denken dat hij waarschijnlijk dronken was.

 

Ik ben mishandeld

Alstorphius wordt nu alleen maar nog bozer en gaat in beroep. En meteen naar het hoogste gezag in het land: bij de Staten Generaal in Den Haag. Hij verklaart daar dat hij door “een groep katholieken mishandeld is bij de uitoefening van zijn beroep”. Hij eist een schadevergoeding van 61 gulden voor zijn gescheurde kleren. Dat is voor die tijd een fors bedrag. 

Zijn verklaring is natuurlijk niet helemaal waar. Hij is zelf begonnen en heeft alleen met Vondell gevochten. De rest stond er bij te kijken.

 

De schout

Den Haag geeft opdracht aan de rechtbank in Den Bosch om de zaak af te handelen. Die kijken naar de getuigenverklaringen en vinden dat de schuld niet zo duidelijk is. Zij schuiven de zaak door naar de schout (Boudewijn Curtius) in Waalre. Die heeft geen zin ruzie te krijgen met de dominee, maar ook niet met die valkenier. Hij zegt dus geen schuldige te kunnen vinden en dat de gemeente die 61 gulden maar moet betalen.

 

Wie moet betalen?

De gemeente heeft daar geen zin in en gaat weer naar Den Bosch. Die melden aan Den Haag dat het niet duidelijk is wie schuld heeft. Maar Den Haag is het nu zat en beslist in het voordeel van de dominee: Waalre moet hem 61 gulden betalen.

Alstorphius heeft dus gewonnen. Maar schiet hij hier iets mee op?

 -----------------------------------------------------------------------------

Dit verhaal is een voorbeeld van hoe het er hier aan toe gaat. Katholieken worden niet vervolgd om hun geloof. Maar ze voelen zich wel tweederangs burgers.

Bron: Van rendierveld tot groenfontein deel 2, Zoetmulder