In de winter van 2001/2002 doen archeologen van de gemeente Vlaardingen op de hoek van de Markt en de Maassluissedijk een bijzondere vondst. Op deze toekomstige bouwplaats ontdekt men een gedeelte van een middeleeuwse begraafplaats uit circa 1000-1050. Vijfenveertig graven zien het daglicht, waarin zich de resten van eenenveertig mannen, vrouwen en kinderen bevinden.
Zowel de skeletten als het hout van de bekisting en zelfs het stro waarop de lichamen begraven waren, zijn zeer goed geconserveerd. Een van de grafkisten is een zogenoemde boomstamkist: een uitgeholde boomstam met een deksel. Een ander deksel is gemaakt van hout afkomstig van een Vikingschip.
Van vijf van de in totaal zevenendertig gevonden schedels – de schedels van twee mannen, een vrouw, een jongen en een meisje – maakte fysisch antropologe Maja d’ Hollosy gezichtsreconstructies. De beroemdste is die van de zogenaamde oer-Vlaardinger.
De kies uit de schedel van deze oer-Vlaardinger bevatte nog bruikbaar DNA-materiaal. Hierdoor kon uiteindelijk een match worden gemaakt met de van oorsprong, destijds in Rotterdam wonende en in 2016 overleden ras-Vlaardinger Eduard Zuiderent. Ten behoeve van dit onderzoek meldden zich destijds vele Vlaardingers aan die DNA afstonden.
Van een aantal andere skeletten kon eveneens nog bruikbaar DNA worden afgenomen. Op het botmateriaal is ook isotopenonderzoek toegepast. Isotopen geven informatie over wat iemand overwegend tijdens zijn leven at (vlees, vis of plantaardig) en de plaats waar iemand opgroeide. Uit dit onderzoek bleek dat de doden afkomstig waren uit onder andere Engeland, Duitsland en Scandinavië.
Ook toen was Vlaardingen al multicultureel!