Het gebruik van stoommachines zet door. Door het woord ‘stoom’ in de naam te vermelden geeft een bedrijf aan met de tijd mee te gaan. Er komt een stoombierbrouwerij, een stoomkuiperij, een ‘Stoomwasch- en Strijkinrichting’ en een stoomzuivelfabriek. In 1868 wordt de ‘Vlaardingsche Stoomboot Maatschappij’ opgericht, die diensten gaat onderhouden met Rotterdam.
Overal in het land vervangt men windmolens door stoomgemalen. Hier zien we ze voor het eerst verschijnen bij de Vijfsluizen en aan de Boonervliet. Zo verovert de stoommachine ook Vlaardingen en zet de industrialisatie door.
De toepassing van stoommachines in de haringvangst ligt ingewikkelder. Een stoommachine als vervanger van de zeilen maakt het schip weliswaar sneller, maar de investering is hoog. Bij het uitzetten en inhalen van de zware sleepnetten is stoomkracht handig. Het gaat sneller en scheelt mankracht aan boord.
De eerste ijzeren schroefstoomlogger in Nederland – de Zeenimf – wordt in 1878 gebouwd voor de Vlaardingse rederij Hoogerwerff en Co., op een werf in Kinderdijk.