Antoni van Leeuwenhoek wordt in 1632 geboren in Delft als zoon van een mandenmaker. Hij noemt zichzelf ‘van Leeuwenhoek', omdat zijn ouderlijk huis op de hoek naast de Leeuwenpoort in Delft staat. Al op jonge leeftijd is Antoni geïnteresseerd in sterrenkunde, wiskunde, natuurkunde en scheikunde. Nadat hij zijn opleiding tot kassier en boekhouder afrondt, heeft Antoni een aantal jaar een winkel voor linnen en garen.
Antoni is gefascineerd door de wetenschap. Hij ziet Christiaan Huygens als zijn mentor en haalt inspiratie uit diens werk. Van Leeuwenhoek wordt – net als Christiaan – een belangrijke wetenschapper. Hij is vooral bekend door zijn zelfgemaakte microscoop en de belangrijke ontdekkingen die hij doet voor de celbiologie en de microbiologie. Antoni neemt alles mee dat hij tegenkomt om onder zijn microscoop te bestuderen. Op die manier ontdekt hij dat er diertjes krioelen in het sperma – waaronder zijn eigen – dat hij bestudeert. Deze wezentjes, die wij nu kennen als zaadcellen, noemt hij de ‘levensbrengers'.