Een terugblik op bijna 200 jaar reddingwezen op de stations Nes, Hollum en Ballum.
KNZHRM afdeling Ameland
Voormalig directeur van de KNZHRM Chris van der Zweep kon er smakelijk om lachen als hij vertelde over reddingen lang voordat er sprake was van een georganiseerd reddingswezen. Toen waren de varkens, die mee waren aan boord vaak levensredders. Varkens waren goede zwemmers. Met een touw vanaf het schip aan hun poot zwommen ze instinctief naar de walkant en brachten ze een verbinding tot stand waarlangs schipbreukelingen gered konden worden. De roeper, de koehoorn, zoals die nu wordt beschreven als “instrument” bij het Sunneklaasspeulen krijgt een heel andere lading als je je indenkt dat met roepers bij een scheepsstranding de schipbreukelingen probeerden om de aandacht van kustbewoners te trekken als ze voor de kust in de gronden dreigden te vergaan. Ook honden werden wel ingezet om met een touw naar het schip in nood te zwemmen. Tientallen jaren geleden was de hond Willy uit het gezin van Geb Kienstra uit Buren daartoe in staat. Verderop wordt een redding per paard beschreven. Hieronder vindt u de beschrijving van een periode van reddingen gedurende bijna 200 jaar, die begon in het jaar 1824.