Epke van der Geest

Epke van der Geest (1905-2003), geboren in Nes als zoon van landbouwer / timmerman Klaas Teunis van der Geest en Betje Huizinga. Epke ging als 15 jarige op de tjalk van schipper Heere Scheltema varen. Vanaf zijn 22ste ging hij zes jaar naar de grote vaart. Hij voer o.a. op de “Vliestroom” en de “Insulinde”. Weer terug op het eiland liet hij met Anne Olivier, op de werf Welgelegen in Harlingen, het ms. “Friesland” bouwen. In 1930 begonnen ze een dienst Nes-Holwerd. Rijkswaterstaat verhinderde dit. Daarom openden ze in 1932 de dienst Ballumerbocht - Zwarte Haan.
In 1935 trouwde Epke met Aaltje Olivier, de zuster van compagnon Anne. Door de bezetter werd het varen in 1940 verboden, daarom werd de dienst opgeheven. Na de oorlog begonnen Epke en Anne in compagnonschap met schipper Hendrik Hofker de beurtvaart vanuit Nes op Dokkum, Leeuwarden en Harlingen. Hierbij hoorde ook het veevervoer Nes-Holwerd. Het naaide er weleens uit op de steiger. Soms nam een beest een duik in zee. Bekend is het verhaal over de “barg” van 300 pond.
In 1945 werd Epke tijdelijk raadslid en in 1946 werd hij officieel gekozen en bleef tot 1970 in het eilandbestuur vertegenwoordigd. De laatste 8 jaar als wethouder en locoburgemeester.
In 1949 overleed zijn echtgenote Aaltje, slechts 42 jaar oud. In 1960 is hij hertrouwd met Marie Cupido uit Harlingen. Dat jaar stopte hij ook met de beurtvaart. Omdat hij de zee niet kon missen, is hij badmeester geworden bij de in 1960 opgerichte Recreatie Ameland NV. Op zijn eigen wijze heeft hij die functie uitgeoefend tot 1974.
Epke heeft zich altijd met veel enthousiasme en toewijding ingezet voor de eilander gemeenschap. Zo was hij ouderling van de Hervormde gemeente Nes. Zat hij in het bestuur van het Rode Kruis. Hij was in 1957 medeoprichter en bestuurslid van stichting “De Ouwe Pôlle Ameland” en gaf vele lezingen over de Amelander geschiedenis. Een microfoon had hij nooit nodig, zijn stem was achterin elke zaal te verstaan. De oprichting van de “Oudheidkamer” in 1963, het inrichten van exposities en de uitbreiding met de museumboerderij in 1982 was mede te danken aan zijn enthousiasme en kennis. Bij zijn afscheid in 1986 werd hij terecht tot erelid benoemd.
Voor al die inzet voor de gemeenschap kreeg Epke in 1974 de eremedaille van Oranje-Nassau in goud. (PJB)