Verwoesting van Zwammerdam

Een mislukte Franse veldtocht

Op 28 december 1672 deden de Fransen een grote aanval op de Oude Hollandse Waterlinie. Vanuit het bezette Woerden probeerden zij Den Haag te bereiken. Dat mislukte, maar onderweg verwoestten zij Zwammerdam en Bodegraven.

Hertog Luxembourg

Het Franse leger in bezet Utrecht stond in 1672 onder commando van de hertog Luxembourg. De hertog wachtte al maanden op een gelegenheid de Oude Hollandse Waterlinie aan te vallen. Vanuit Frankrijk had hij de opdracht gekregen te wachten tot de waterlinie zou bevriezen – maar dat gebeurde niet. Tot halverwege december, want toen vroor het meerdere dagen. De hertog bracht snel ruim 10.000 soldaten samen in Woerden en bereidde een aanval voor op Den Haag. Over de smalle inundaties bij Hekendorp zou hij naar de hofstad trekken.

Nieuw plan

Op het laatste moment moest het plan worden aangepast. De inundaties bij Hekendorp bleken niet te zijn bevroren. De hertog week daarom via Zegveld uit naar de Meije, ten noorden van de Oude Rijn. Het bleek een moeizame tocht, maar de Fransen bereikten uiteindelijk Zwammerdam. Ongeveer de helft van het Franse leger had echter terug moeten keren naar Woerden omdat haastig gebouwde bruggen waren ingestort.

Het ontbrak de hertog daardoor aan allerlei materiaal en soldaten. Een aanval op de Nederlandse post bij Gouwesluis leek onmogelijk, en Den Haag was onbereikbaar. Toen begon het ook te dooien. De Fransen sloegen alarm: zij zaten vast tussen de Nederlandse posten bij Gouwesluis, Gouda en Nieuwerbrug. De weg langs Zegveld was door de dooi niet meer begaanbaar. Via een boodschapper werd de Franse gouverneur van Utrecht opgeroepen om snel veel boten over de Oude Rijn te sturen om het leger te redden.

Ondertussen plunderden en verwoestten de Fransen de dorpen Zwammerdam en Bodegraven. Toen ontdekten zij dat de Nederlandse posten bij Nieuwerbrug waren verlaten. Dit gaf hen de gelegenheid om zich langs de Oude Rijn veilig terug te trekken naar Woerden.